ECLI:NL:RBAMS:2025:3496

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
11517470 EA VERZ 25-91
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst gemeente Amsterdam wegens ernstig verwijtbaar handelen werknemer na verkeersincident onder invloed van cannabis

In deze zaak verzoekt de Gemeente Amsterdam de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer, [verweerder], die als chauffeur/belader werkzaam is. De aanleiding voor het verzoek is een verkeersincident op 21 augustus 2024, waarbij [verweerder] met zijn vrachtwagen vast kwam te zitten onder een spoorbrug. Tijdens dit incident werd hij verdacht van rijden onder invloed van cannabis, wat leidde tot een bloedtest. De uitslag van deze test, die pas zeven maanden later werd overgelegd, toonde aan dat de THC-waarde onder de strafrechtelijke grens lag, maar de Gemeente beschouwde het handelen van [verweerder] als ernstig verwijtbaar. De Gemeente had herhaaldelijk om de uitslag van de bloedtest gevraagd, maar [verweerder] voldeed hier niet aan, wat het vertrouwen in zijn functioneren als ambtenaar ernstig schaadde. De kantonrechter oordeelt dat de Gemeente terecht de arbeidsovereenkomst ontbindt, omdat [verweerder] niet heeft gehandeld als een goed werknemer en de schending van de gedragsregels onacceptabel was. De ontbinding gaat in op 1 juni 2025, zonder toekenning van een transitievergoeding, en [verweerder] wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 11517470 EA VERZ 25-91
beschikking van: 27 mei 2025
func.: 364

beschikking van de kantonrechter

I n z a k e

de publiekrechtelijke rechtspersoonGEMEENTE AMSTERDAM

gevestigd te Amsterdam
verzoekster, nader te noemen: de Gemeente
gemachtigde: mr. M. De Vita
t e g e n

[verweerder]

wonende te [woonplaats]
verweerder, nader te noemen: [verweerder]
gemachtigde: mr. G.J. Mulder

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De Gemeente heeft op 28 januari 2025 een verzoekschrift (met producties) ingediend, dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. [verweerder] heeft op 25 april 2025 een verweerschrift (met producties) ingediend.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 6 mei 2025, voorafgaand waaraan De Gemeente nog producties heeft overgelegd. Namens de Gemeente zijn verschenen [naam 1] en
[naam 2] , vergezeld door de gemachtigde. Voor [verweerder] zijn verschenen mr. M. Goedhart en mr. R. Zuurwelle namens zijn gemachtigde. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, [verweerder] aan de hand van pleitaantekeningen, en vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is een datum voor beschikking bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1.1.
[verweerder] is vanaf 1 mei 2023 in dienst getreden van de Gemeente, nadat hij in de periode daaraan voorafgaand vanaf 3 mei 2021 als uitzendkracht dezelfde werkzaamheden had uitgevoerd. [verweerder] is werkzaam als chauffeur/belader bij de afdeling [naam afdeling] . [verweerder] bestuurt voertuigen waarmee hoofdzakelijk huis- en bedrijfsvuil wordt opgehaald, voornamelijk in het centrum van [plaats] . Zijn salaris bedraagt € 4.383,16 bruto per maand, inclusief emolumenten en vakantietoeslag.
1.2.
[verweerder] heeft in februari 2023 de Spel- & gedragsregels Afval en Grondstoffen en Veilig werken bij Inzameling Afval en Grondstoffen (beide versie 2022) ontvangen, waarin in paragraaf 9 en 11 respectievelijk in paragraaf 1.2 is bepaald:
“De volgende regels gelden rond alcohol en drugs:▪ Het is niet toegestaan om tijdens werktijd onder invloed te zijn van alcohol of drugs, alcohol of drugs te gebruiken of deze in bezit te hebben. (..)▪ Als je je niet aan de gedragsregels houdt, volgt er een passende maatregel. Hierbij kijken we naar de zwaarte van de overtreding. De maatregelen kunnen variëren van een waarschuwing tot ontslag. (..)▪ De volgende gedragingen kunnen tot ontslag leiden, afhankelijk van de omstandigheden (..):- Het bezit of gebruik van drugs of alcohol onder werktijd; (..)”1.2 Wat nooit magJe mag nooit:(..)▪ Onder werktijd drank of drugs bij je hebben of daarvan onder invloed zijn. (..)”
1.3.
Voor de Gemeente waren er redenen om [verweerder] vanaf 11 maart 2024 een verbetertraject aan te bieden. Verbeterpunten waren houding en gedrag op de werkvloer alsmede tegenover leidinggevenden, het afwijken van rijroutes en het te laat (of niet) verschijnen voor een dienst.
1.4.
Op 21 augustus 2024 is [verweerder] betrokken geweest bij een verkeersincident. Toen [verweerder] terugreed naar de werf na een avonddienst is hij met zijn vrachtwagen vast komen te zitten onder een spoorbrug op de [locatie] , waardoor het treinverkeer enige tijd geen gebruik kon maken van de brug. Toen de politie ter plaatse was is een speekseltest afgenomen bij [verweerder] . Omdat daarin sporen van cannabis werden aangetroffen is vervolgens een bloedtest bij [verweerder] afgenomen. De uitslag daarvan zou volgens de politie na vier tot zes weken bekend worden.
1.5.
Naar aanleiding van dit incident heeft de Gemeente met [verweerder] een gesprek gevoerd op 23 augustus 2024, waarvan een verslag is opgemaakt. Daarin is onder meer opgenomen dat [verweerder] ervan uit ging dat hij wel mocht rijden waar hij reed en verder dat hij wilde stoppen met het roken van joints. Volgens [verweerder] rookte hij om de twee of drie dagen een joint omdat hij slaapproblemen heeft door privéomstandigheden. [verweerder] heeft daarbij benadrukt dat hij niet rookt als hij werkt of vlak voordat hij moet werken. [verweerder] heeft bevestigd dat hij de avond voor het incident een joint heeft gerookt en dat hij op de hoogte is van het beleid van de Gemeente ten aanzien van drugs.
1.6.
Na het gesprek is [verweerder] geschorst. Dit is in een brief van 23 augustus 2024 van
[naam 1] , [naam functie] , bevestigd, waarin onder meer is vermeld:
“(…) Hierbij bevestig ik dat u met ingang van 21 augustus 2024 (…) bent geschorst,(…). De schorsing en de aanvullende maatregelen zullen tenminste voortduren tot het onderzoek is afgerond en ik mij een oordeel heb kunnen vormen over uw gedragingen en de te nemen vervolgstappen, Tijdens de schorsing behoudt u recht op doorbetaling van salaris en salaristoelage(n). (…) De politie heeft aangegeven dat het vier tot zes weken duurt totdat de uitslag van de bloedtest er is, en bekend is of u ook echt onder invloed was van verdovende middelen. Dit betekent dat het onderzoek naar de gebeurtenissen nog niet afgerond is. In het gesprek heeft u opgemerkt dat u verslaafd bent aan cannabis en u daarvoor wilt worden behandeld. (…) In overleg met de bedrijfsarts en andere specialisten wordt aan probleemgebruikers (…) adequate opvang en begeleiding geboden. Het in u als ambtenaar te stellen vertrouwen of in ieder geval het vertrouwen dat u uw functie op een veilige manier kunt uitoefenen, voor uzelf, anderen en het materieel, is door de gebeurtenissen geschaad. (…) We zullen na komend weekend met u contact opnemen om te bespreken hoe we dit met u kunnen oppakken, in afwachting van het resultaat van het bloedonderzoek en beraadslaging daarna over wat de vervolgstappen zijn. (…)”
1.7.
Bij brief van 2 oktober 2024 heeft de politie aan [verweerder] geschreven dat cannabis in het bloedmonster is aangetroffen met een THC-gehalte van 2,1 microgram per liter bloed. Omdat de grenswaarde voor cannabis 3 microgram THC per liter bloed is, viel de concentratie aangetroffen THC binnen de grenswaarde zoals gesteld in het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer en/of vermeld in artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en daarom werd geen proces-verbaal tegen [verweerder] opgemaakt, aldus de brief.
1.8.
[verweerder] heeft zich op 6 oktober 2024 ziek gemeld. De Gemeente heeft hierop geen actie ondernomen.
1.9.
De Gemeente heeft [verweerder] daarna meerdere malen gevraagd om de uitslag van de bloedtest, maar zij heeft deze niet van hem gekregen. Hoewel daarom verzocht, wilde de politie uit privacy overwegingen de uitslag ook niet aan de Gemeente verstrekken.

Het geschil

2. De Gemeente verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, met de bepaling dat [verweerder] geen aanspraak heeft op een transitievergoeding, en hem te veroordelen in de proceskosten.
3. Volgens de Gemeente is sprake van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 jo. lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW), primair omdat [verweerder] (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld (e-grond), subsidiair omdat de arbeidsverhouding is verstoord (g-grond) en meer subsidiair op grond van een cumulatie van deze gronden (i-grond).
4. De Gemeente stelt kort gezegd dat het gedrag, de houding en handelwijze van [verweerder] onverenigbaar zijn met zijn functie als chauffeur/belader en met zijn positie als ambtenaar. [verweerder] heeft (vermoedelijk) onder invloed van verdovende middelen een voertuig van de Gemeente bestuurd, is van de route afgeweken en heeft een ongeluk veroorzaakt. Hij heeft zodoende gehandeld in strijd met de Spel- & gedragsregels Afval en Grondstoffen en de regels die zijn opgenomen in Veilig werken bij Inzameling Afval en Grondstoffen. Vervolgens heeft [verweerder] geen openheid van zaken gegeven en de uitslag van het bloedonderzoek, ondanks dat de Gemeente daarom meerdere keren heeft gevraagd, niet aan haar verstrekt. Bij de Gemeente ontstond daardoor het vermoeden dat de uitslag positief was maar omdat zij niet over de uitslag beschikte kon zij geen adequate beoordeling maken en dus ook geen vervolgstappen nemen. [verweerder] heeft zich daarom volgens de Gemeente niet gedragen als een goed werknemer en ernstig verwijtbaar gehandeld.
5. [verweerder] voert verweer tegen de gevraagde ontbinding. Voor het geval deze toch wordt toegewezen en de arbeidsovereenkomst op 1 juli 2025 zou eindigen, verzoekt hij om een transitievergoeding van € 6.578,74 bruto toe te wijzen en de Gemeente te veroordelen in de proceskosten.
6. De stellingen van partijen komen, voor zover van belang, hierna verder aan de orde.

Beoordeling

7. Vooropgesteld wordt dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen alleen kan worden ontbonden indien daar een redelijke grond voor is als bedoeld in sub c tot en met i van artikel 7:669 lid 3 BW en voorts herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
8. Daarbij wordt het verzoek tot ontbinding in beginsel afgewezen indien een opzegverbod geldt. Volgens [verweerder] is daarvan sprake nu hij sinds oktober 2024 arbeidsongeschikt is. Wat daar verder ook van zij, gelet op de feiten en omstandigheden die de Gemeente aan haar ontbindingsverzoek ten grondslag legt, houdt het verzoek geen verband met (eventuele) arbeidsongeschiktheid van [verweerder] . Ingevolge artikel 7:671b lid 6 BW kan het verzoek tot ontbinding dan, in afwijking van het opzegverbod, worden ingewilligd, als daarvoor voldoende grond bestaat.
9. Vaststaat dat op 21 augustus 2024 een verkeersincident heeft plaatsgevonden, waarbij de politie bloed van [verweerder] heeft afgenomen omdat er een verdenking was dat hij onder invloed van cannabis had gereden. Daarbij heeft [verweerder] in het gesprek met de Gemeente na het incident toegegeven cannabis verslaafd te zijn en de avond ervoor nog cannabis te hebben gerookt. Het is dan ook te rechtvaardigen dat de Gemeente het onder genoemde omstandigheden in afwachting van het bloedonderzoek niet langer verantwoord vond om [verweerder] in dienst van haar te laten rijden op een gemeentelijke vrachtwagen. Zij heeft dat ook duidelijk medegedeeld aan [verweerder] in haar brief van 23 augustus 2024 en daarbij medegedeeld dat tijdens de schorsing het loon doorbetaald zou worden.
10. Onbetwist is gebleven dat [verweerder] op of omstreeks 2 oktober 2024 de uitslag van de politie van het bloedonderzoek heeft ontvangen. Gelet op de brief van 23 augustus 2024 van de Gemeente had het voor [verweerder] duidelijk moeten zijn dat die bloeduitslag belangrijk was voor de Gemeente om te oordelen over de voortzetting van zijn dienstverband. Zoals de Gemeente ter zitting verklaarde, zou het goed mogelijk kunnen zijn geweest dat als [verweerder] de uitslag van het bloedonderzoek tijdig had gedeeld, afspraken gemaakt hadden kunnen worden in het kader van het verbetertraject en dat na re-integratie na de ziekmelding, het dienstverband had kunnen worden voortgezet. Deze beoordeling is de Gemeente echter ontnomen doordat [verweerder] , ondanks meerdere verzoeken daartoe, de uitslag van het bloedonderzoek niet eerder dan na het ontbindingsverzoek met de Gemeente heeft gedeeld. Pas bij het verweerschrift van 25 april 2025 heeft de gemachtigde van [verweerder] uiteindelijk de uitslag overgelegd. Voor deze late openheid werd (ook) ter zitting geen verklaring gegeven, enerzijds niet door [verweerder] omdat hij niet ter zitting is verschenen en anderzijds omdat zijn raadslieden niet konden verklaren waarom hij er niet was of waarom de uitslag pas in dit stadium is gedeeld.
11. Nu [verweerder] een en ander niet nader heeft toegelicht is de conclusie dat hij
ernstigverwijtbaar heeft gehandeld door de uitslag van het bloedonderzoek zonder gegronde reden pas zo laat (zeven maanden na ontvangst) met de Gemeente te delen. Hierdoor bleef de verdenking dat [verweerder] onder invloed het ongeval had veroorzaakt bestaan, onder welke omstandigheden de Gemeente als goed werkgever [verweerder] niet opnieuw aan het verkeer kon laten deelnemen en dus genoodzaakt was om de schorsing onder betaling van het volledige loon te laten voortduren. Dit terwijl [verweerder] eenvoudig de uitslag kort na ontvangst op eerste verzoek aan de Gemeente had kunnen verstrekken. De Gemeente kon vervolgens niet anders dan het onderhavige ontbindingsverzoek indienen. Hoewel [verweerder] uiteindelijk de uitslag in deze procedure heeft gedeeld en hieruit blijkt dat hij niet strafrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, heeft hij door het zonder reden lange tijd niet verstrekken van de uitslag verwijtbaar gehandeld, zodanig dat in redelijkheid van de Gemeente niet langer kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Door dit handelen en het feit dat hij op
21 augustus 2024, tegen de regels zonder gegronde reden een afwijkende route heeft genomen – waarop hij al meerdere keren was aangesproken en waarvoor een verbetertraject was opgestart – is het vertrouwen van de Gemeente dermate geschonden dat ook sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Herplaatsing is daarom niet aan te orde. De arbeidsovereenkomst wordt dan ook ontbonden op de kortst mogelijke termijn, te weten
1 juni 2025, zonder toekenning van een transitievergoeding.
12. Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [verweerder] veroordeeld in de proceskosten, begroot op € 814,- aan salaris gemachtigde en € 135,- aan griffierecht.

BESLISSING

De kantonrechter:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 juni 2025;
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten van de Gemeente, tot op heden begroot op:
- € 814,00 aan salaris gemachtigde
- € 135,00 aan griffierecht
- €
67,50aan nakosten
- € 1.016,50 totaal,
te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verweerder] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en de beschikking daarna wordt betekend;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2025, in aanwezigheid van de griffier.