ECLI:NL:RBAMS:2025:3524
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gegrondverklaring bezwaarschrift tegen DNA-afname van minderjarige veroordeelde
Op 28 mei 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin het bezwaarschrift van een minderjarige veroordeelde tegen de afname en verwerking van zijn DNA-profiel werd behandeld. De veroordeelde, geboren in 2010, had een leerstraf van 40 uur opgelegd gekregen voor diefstal en poging tot diefstal. Het bezwaar was ingediend op 25 maart 2025 en de behandeling vond plaats op 15 mei 2025. De veroordeelde stelde dat de afname van zijn DNA-profiel een onevenredige inbreuk op zijn privacy en integriteit vormde, vooral gezien zijn jonge leeftijd en het geringe recidivegevaar. De officier van justitie betoogde echter dat er geen uitzonderingen van toepassing waren en dat de DNA-afname proportioneel was, gezien de gepleegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de veroordeelde, waaronder zijn leeftijd en het feit dat hij een first offender was, meebrachten dat de opname van zijn DNA-profiel disproportioneel was. De rechtbank verklaarde het bezwaar gegrond en beval de vernietiging van het celmateriaal. Deze beslissing werd gegeven door mr. C.P.E. Meewisse, rechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Zoetelief, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.