Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
namens[eiser] aan deze derde betaald. Het bedrag van € 3.000,00 heeft [gedaagde] contant aan [eiser] teruggeven. Er is niet afgesproken dat [gedaagde] de auto rijklaar zou maken. [gedaagde] zou [eiser] als vriendendienst helpen met het importeren en herstellen van de auto. Na onenigheid tussen beiden wilde [gedaagde] dit niet meer doen, waarop hij [eiser] heeft bericht dat zij de auto bij hem kon komen ophalen.
4.De beoordeling
aankoop Peugeot e-208 2022” gezet. Dit gebeurde nadat [eiser] de auto – die in de garage van [gedaagde] stond – kort had bezichtigd. Uit dit alles heeft [eiser] mogen afleiden dat zij de auto van [gedaagde] kocht voor een bedrag van € 17.000,00. De door [gedaagde] overgelegde verklaring van een derde van 2 mei 2025, waarin staat dat [gedaagde] deze derde heeft betaald voor de aankoop van de auto
ten behoeve van[eiser] , maakt dit niet anders. Dit sluit namelijk niet uit dat [gedaagde] de auto van de derde heeft gekocht en vervolgens aan [eiser] heeft doorverkocht. Verder is relevant dat niet is gebleken dat [gedaagde] heeft bedoeld om als tussenpersoon op te treden en dat [eiser] de auto van deze derde kocht. [gedaagde] heeft dit (met zijn summiere WhatsApp berichten) destijds ook niet (voldoende) aan [eiser] laten blijken. Als dit wel zijn bedoeling was, dan had het op zijn weg gelegen om op ondubbelzinnige wijze aan [eiser] te laten weten dat hij slechts als tussenpersoon optrad. Dit had [gedaagde] bijvoorbeeld kunnen doen door de naam van de verkopende derde en diens akkoord met de verkoop aan [eiser] te melden, zodat [eiser] ten minste op de hoogte was geweest van wie zij de auto – volgens [gedaagde] – dan (wel) zou kopen. Dit geldt temeer nu [gedaagde] een eenmanszaak drijft in de handel in tweedehands auto’s en van hem enige professionaliteit op dat gebied mag worden verwacht. Daarnaast heeft [eiser] op de mondelinge behandeling toegelicht dat uit de (door haar uit het Papiaments vertaalde) overgelegde WhatsApp berichten volgt dat zij [gedaagde] meermaals heeft gevraagd om een factuur van zijn bedrijf. Hierop heeft [gedaagde] volgens [eiser] in ieder geval een keer op gereageerd dat hij een factuur voor haar zou opstellen. [gedaagde] heeft hier onvoldoende tegenin gebracht. Ook dit wijst er, zonder verdere toelichting van [gedaagde] , op dat (beide partijen er van uit gingen dat) [gedaagde] (en niet een derde) de auto aan [eiser] verkocht.
rijklaarzou maken. Het rijklaar maken omvatte in dit geval ook het uitvoeren van herstelwerkzaamheden aan de auto, omdat het een schadeauto betrof. Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt onvoldoende dat [gedaagde] zich ertoe heeft verplicht de auto rijklaar te maken voor [eiser] . In plaats daarvan is sprake van een (aanbod voor een) vriendendienst. Dit is een eenvoudige toezegging van hulp in de particuliere sfeer die niet als een juridisch afdwingbare verplichting moet worden gezien. Hiertoe overweegt de kantonrechter als volgt. [eiser] heeft op de mondelinge behandeling toegelicht dat zij zowel telefonisch als via WhatsApp berichten met [gedaagde] heeft afgesproken dat hij de auto rijklaar zou maken. Dit standpunt heeft [eiser] onvoldoende onderbouwd en is door [gedaagde] gemotiveerd betwist. [gedaagde] heeft in dit kader aangevoerd dat hij [eiser] – die hij privé kende – inderdaad zou
helpenmet het importeren, herstellen en doorverkopen van de auto. Dit was volgens [gedaagde] op een vrijblijvende en kosteloze basis. Uit de door [gedaagde] overgelegde WhatsApp berichten van kort na de koop volgt dat [eiser] hier ook van uitging. Hierin geeft [eiser] aan de auto zelf te willen ‘doen’ en dat ze naar [gedaagde] toekomt als ze ‘vastloopt’. De kantonrechter oordeelt gelet hierop dat partijen niet zijn overeengekomen dat [gedaagde] de auto rijklaar zou maken voor [eiser] .
conformaan haar te leveren. Uit deze brief, en de nadien gestuurde brieven met dezelfde strekking, volgt duidelijk dat [eiser] onder een conforme levering verstaat het leveren van een
rijklareauto door [gedaagde] . Hieruit volgt
nietdat [eiser] [gedaagde] ook heeft verzocht om de auto – ongeacht de staat daarvan – aan haar te leveren. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser] ook toegelicht dat zij de auto nooit in niet rijklare staat heeft willen ontvangen. Dit is ook in lijn met de tussen partijen gewisselde WhatsApp berichten kort na het sluiten van de koopovereenkomst, die dezelfde strekking hebben als de brieven van [eiser] .
zou worden teruggegeven”. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat [eiser] € 3.000,00 onverschuldigd aan [gedaagde] heeft betaald. [gedaagde] moet dit bedrag aan [eiser] terugbetalen. Voor dit deel wijst de kantonrechter de vordering van [eiser] daarom toe.