ECLI:NL:RBAMS:2025:4023

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
11631446 WM VERZ 25-3586
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeerssanctie en geslotenverklaring op de Laan van Vlaanderen te Amsterdam

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verkeerssanctie opgelegd aan een betrokkene. De zaak betreft een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Laan van Vlaanderen, waar op 10 januari 2024 een overtreding is geconstateerd. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de gemeente, die de sanctie had opgelegd. De gemachtigde van de betrokkene, Appjection B.V., heeft aangevoerd dat de bebording ter plaatse onduidelijk was, wat door de gemeente is erkend door het plaatsen van extra verkeersborden op 11 oktober 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bebording voor deze datum onvoldoende duidelijk was en heeft het beroep gegrond verklaard. De inleidende beschikking is vernietigd en de betrokkene heeft recht op een proceskostenvergoeding van € 1.392,25. De uitspraak is openbaar gedaan en de griffier was I.K. van Weelden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. J.H.J. Evers
zaaknummer: 11631446 WM VERZ 25-3586
beslissing van: 22 mei 2025
func.: 58217
Beslissing van de kantonrechter van 22 mei 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

Leaseplan Nederland N.V.

[adres]
verder: betrokkene
Namens wie beroep is ingesteld door:
Appjection B.V.
mr. M. Lagas
verder: gemachtigde
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 6 november 2024 en is gericht tegen de beslissing van 25 september 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 23 januari 2024 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wahv opgelegd. De gemachtigde heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep – na gemachtigde telefonisch te hebben gehoord - ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft de gemachtigde vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 8 mei 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Namens gemachtigde zijn de heer [naam 1] en de heer [naam 2] ter zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wahv. Betrokkene wordt verweten een weg te hebben gebruikt in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen (bord C12). De gedraging is geconstateerd op 10 januari 2024 om 18:38 uur op de Laan van Vlaanderen te Amsterdam.
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Het volgende wordt overwogen.

Bebording

4. Gemachtigde voert – kort weergegeven - aan dat aan de geslotenverklaring in de spitsuren (07:00-10:00 en 16:00-19:00) op de Laan van Vlaanderen slecht één vooraankondigingsbord voorafging. Na onderzoek heeft de gemeente besloten om vanaf 11 oktober 2024 extra verkeersborden te plaatsen. Zo is het aantal vooraankondigingen verhoogd van 1 naar 2. Het lijkt er dus op dat de gemeente van mening is dat de situatie ter plaatse behoefte had aan verduidelijking. Gemachtigde stelt dat alle sancties vóór 11 oktober 2024 vernietigd dan wel gematigd naar nihil dient te worden, nu de gemeente in principe toegeeft dat de bebording ter plaatse ten tijde van de pleegdatum onduidelijk was. Er zijn twee rechtbanken die al een beslissing hebben genomen in soortgelijke zaken, in dit verband verwijst gemachtigde naar de uitspraken van de rechtbank Noord-Holland met nummer 11293285 WM VERZ 24-3381 een naar een uitspraak van de rechtbank Zeeland - West-Brabant met nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:5262. Ter zitting is dit standpunt van gemachtigde onderbouwd met beelden van Google Streetview van vóór 11 oktober 2024 en videobeelden van ná 11 oktober 2024.
5. Ter zitting stelt verweerder zich op het standpunt dat het bord dat aangeeft dat er cameratoezicht is, bij wijze van service is geplaatst door de gemeente Amsterdam. De bebording voldeed vóór de plaatsing van deze extra borden al aan wet en regelgeving.
6. Alhoewel de bebording in de oude situatie strikt genomen voldeed aan de eisen die volgen uit wet en regelgeving, kan de kantonrechter niet anders dan concluderen dat de bebording onduidelijk en dubbelzinnig is geweest tot 11 oktober 2024.
7. De Laan van Vlaanderen begint en eindigt op de Plesmanlaan. De Laan van Vlaanderen is op twee locaties gesloten. Aan de westkant van de Laan van Vlaanderen, tussen de Plesmanlaan en de Vlimmerenstraat, en aan de oostkant tussen de Plesmanlaan en de Eisdenstraat. Op de Plesmanlaan zijn op 11 oktober 2024 extra borden geplaatst kort voor de voorsorteervakken. Deze borden hebben het doel de verkeerssituatie en de geslotenverklaring te verduidelijken. Kennelijk is ook de gemeente van mening geweest dat hiervoor aanleiding bestond, hetgeen ook blijkt uit een onderzoek naar het hoge aantal boetes. De kantonrechter deelt deze mening. De combinatie van een enkel vooraankondigingsbord ruim voor de afslag naar de Laan van Vlaanderen gevolgd door een bord L04-A-E, als aankondiging kort voor een voorsorteervakken voor rechtdoor en richting de Laan van Vlaanderen, is onduidelijk. Hierbij geldt ook dat als eenmaal gekozen is voor een voorsorteervak, niet meer mag worden gewisseld naar het andere voorsorteervak. De borden geslotenverklaring die bij het inrijden van de Laan van Vlaanderen zijn geplaats, zijn zodanig geplaats dat deze eerst zichtbaar zijn nadat gekozen is voor het voorsorteervak richting de Laan van Vlaanderen en die straat wordt ingereden.
8. De onderhavige sanctie kan derhalve niet in stand blijven, en het beroep wordt daarom gegrond verklaard.

Proceskostenvergoeding

9. Namens betrokkene is door gemachtigde om een vergoeding van de proceskosten verzocht. Nu de inleidende beschikking wordt vernietigd, wordt een proceskostenvergoeding toegekend.
10. De vergoeding van kosten is in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) forfaitair per proceshandeling vastgelegd. Gemachtigde heeft de volgende vergoedbare proceshandelingen verricht:
- het indienen van een administratief beroep bij verweerder;
- het bijwonen van een telefonische hoorzitting bij verweerder;
- het indienen van beroep bij de kantonrechter; en
- het verschijnen tijdens de zitting van de kantonrechter.
11. Volgens de bijlage bij het Bpb dient aan ieder van deze proceshandelingen 1 punt te worden toegekend. De kantonrechter besluit gelet op de door gemachtigde geleverde inspanning voor wat betreft het bijwonen van de (telefonische) hoorzittingen dat met gebruikmaking van de matigingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Bpb de punten voor die handelingen gehalveerd dienen te worden, vgl. – onder meer - het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 20 juli 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:7004. De waarde van 1 punt bedraagt met ingang van 1 januari 2025 in de fase van het bezwaar en administratief beroep € 647,00 en in de fase van het beroep en hoger beroep € 907,00.
12. Gelet op het voorgaande worden er in deze zaak voor de door gemachtigde verrichte proceshandeling in de fase van het administratief beroep 1,5 punt ad € 647,00 toegekend en voor de verrichte proceshandelingen in de fase van het beroep bij de kantonrechter 2 punten ad € 907,00. Gelet op de aard van de zaak wordt de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toegepast. Aldus zal de kantonrechter verweerder veroordelen in de kosten tot een bedrag van € 1.392,25 ((1,5x647+2x907) x 0,5).

BESLISSING

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing, alsmede de inleidende beschikking;
  • bepaalt dat het als zekerheid betaalde bedrag aan betrokkene wordt gerestitueerd;
- kent aan betrokkene ten laste van verweerder een kostenvergoeding toe van € 1.392,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, in aanwezigheid van I.K. van Weelden, griffier, en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.