ECLI:NL:RBAMS:2025:4030

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 mei 2025
Publicatiedatum
16 juni 2025
Zaaknummer
11631449 WM VERZ 25-3587
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overtreding van geslotenverklaring op de Laan van Vlaanderen te Amsterdam

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene, Appjection B.V., wegens het inrijden op een weg met een geslotenverklaring. De geslotenverklaring gold voor alle motorvoertuigen en was aangegeven met bord C12. De overtreding vond plaats op 4 januari 2024. De gemachtigde van betrokkene voerde aan dat de bebording onduidelijk was, vooral omdat er voor de geslotenverklaring aanvankelijk slechts één vooraankondigingsbord aanwezig was. De gemeente had echter na onderzoek besloten om extra borden te plaatsen, wat volgens de gemachtigde aantoont dat de situatie ter plaatse onduidelijk was. De kantonrechter oordeelde echter dat de bebording voldeed aan de wet- en regelgeving en dat de verkeerssituatie niet onduidelijk was. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de kantonrechter wees ook het verzoek om proceskostenvergoeding af, aangezien betrokkene in het ongelijk werd gesteld. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke verkeersborden en de verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers om zich aan de regels te houden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. J.H.J. Evers
zaaknummer: 11631449 WM VERZ 25-3587
beslissing van: 22 mei 2025
func.: 58217
Beslissing van de kantonrechter van 22 mei 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:

[betrokkene]

[adres]
verder: betrokkene
Namens wie beroep is ingesteld door:
Appjection B.V.
mr. M. Lagas
verder: gemachtigde
welk beroep is ingesteld bij verzoekschrift, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 7 november 2024 en is gericht tegen de beslissing van 26 september 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973.

CJIB-nummer: [nummer]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene is bij beschikking van 18 januari 2024 (verder: de inleidende beschikking) een sanctie in het kader van de Wahv opgelegd. De gemachtigde heeft tegen de inleidende beschikking beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep – na gemachtigde te hebben gehoord - ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft de gemachtigde vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep is behandeld op de openbare zitting van 8 mei 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Namens gemachtigde zijn de heer [naam 1] en de heer [naam 2] ter zitting verschenen.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van het beroepschrift. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene is bij de inleidende beschikking wegens een verkeersgedraging een administratieve sanctie opgelegd ingevolge de Wahv. Betrokkene wordt verweten een weg te hebben gebruikt in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen (bord C12). De gedraging is geconstateerd op 4 januari 2024 om 17:53 uur op de Laan van Vlaanderen te Amsterdam.
2. Het beroep is tijdig ingesteld.
3. Het volgende wordt overwogen.

Bebording

4. Gemachtigde voert – kort weergegeven - aan dat aan de geslotenverklaring in de spitsuren (07:00-10:00 en 16:00-19:00) op de Laan van Vlaanderen slecht één vooraankondigingsbord voorafging. Na onderzoek heeft de gemeente besloten om vanaf 11 oktober 2024 extra verkeersborden te plaatsen. Zo is het aantal vooraankondigingen verhoogd van 1 naar 2. Het lijkt er dus op dat de gemeente van mening is dat de situatie ter plaatse behoefte had aan verduidelijking. Gemachtigde stelt dat alle sancties vóór 11 oktober 2024 vernietigd dan wel gematigd naar nihil dient te worden, nu de gemeente in principe toegeeft dat de bebording ter plaatse ten tijde van de pleegdatum onduidelijk was. Er zijn twee rechtbanken die al een beslissing hebben genomen in soortgelijke zaken, in dit verband verwijst gemachtigde naar de uitspraken van de rechtbank Noord-Holland met nummer 11293285 WM VERZ 24-3381 een naar een uitspraak van de rechtbank Zeeland - West-Brabant met nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:5262. Ter zitting is dit standpunt van gemachtigde onderbouwd met beelden van Google Streetview van vóór 11 oktober 2024 en videobeelden van ná 11 oktober 2024
5. Ter zitting stelt verweerder zich op het standpunt dat het bord dat aangeeft dat er cameratoezicht is, bij wijze van service is geplaatst door de gemeente Amsterdam. De bebording voldeed vóór de plaatsing van deze extra borden al aan wet en regelgeving.
6. De Laan van Vlaanderen begint en eindigt op de Plesmanlaan. Richting de Plesmanlaan is De Laan van Vlaanderen op beide locaties gesloten. Komende vanaf de Laan van Vlaanderen (zowel richting de Eisdenstraat als op het gedeelte richting de Vlimmerenstraat), staan twee vooraankondigingsborden. Op dit bord staan twee alternatieve opties om de geslotenverklaring te vermijden. De kantonrechter stelt vast dat in het dossier schouwrapporten aanwezig zijn. Die schouwrapporten dateren van voor en na de aan betrokkene verweten gedraging. Uit die rapporten blijkt dat de bebording op beide momenten ter plaatse aanwezig was en dat die overeenkomstig de wet en regelgeving was geplaatst. Deze verkeerssituatie is niet onduidelijk. Het enkel toevoegen van een bord waarbij de verkeersdeelnemers gewezen worden van de aanwezigheid van cameratoezicht, maakt niet dat de bebording onduidelijk is geweest. Deze grond faalt.
Gedraging
7. Uit het zich in het dossier bevindende zaakoverzicht blijkt dat de overtreding automatisch is geconstateerd en op een digitale foto is vastgelegd. De camera is geplaatst na het bord C12 met onderbord ‘ma t/m vrij 07:00 – 10:00 H en 16:00 – 19:00 H’ en ‘uitgezonderd lijnbussen’. De camera heeft vastgelegd dat het voornoemde voertuig kwam uit de zuidelijke richting van de Eisdenstraat en reed in noordelijke richting naar de Plesmanlaan. De camera heeft vastgelegd dat de bestuurder van het voertuig het bord C12 negeerde en de geslotenverklaring in reed. De juiste plaatsing van de verkeersborden wordt maandelijks geschouwd door een boa. In het dossier bevinden zich twee schouwrapporten van de bebording, daterend van voor en na de aan betrokkene verweten gedraging en hieruit blijkt dat de bebording op beide momenten ter plaatse aanwezig was en conform de wet en regelgeving was geplaatst.
8. Betrokkene heeft een boete gekregen voor het inrijden van een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt. Van 1 november 2023 tot en met 31 december 2023 is door de gemeente een waarschuwingsperiode van kracht. Als in deze periode toch een boete is opgelegd, is een ingesteld beroep gegrond. Boetes die zijn opgelegd voor overtredingen met betrekking tot de geslotenverklaring in andere periodes zijn in beginsel terecht opgelegd en een ingesteld beroep daarover ongegrond. Dit geldt ook voor het beroep van betrokkene nu de overtreding is geconstateerd op eerdergenoemde datum.
9. Gelet op het voorgaande staat vast dat betrokkene de gedraging heeft verricht, zodat geen aanleiding is te oordelen dat de sanctie ten onrechte aan betrokkene is opgelegd. De aangevoerde omstandigheden geven geen aanleiding tot matiging.
Proceskostenvergoeding
10. Namens betrokkene is door gemachtigde om een vergoeding van de proceskosten verzocht. Betrokkene wordt in de onderhavige zaak volledig in het ongelijk gesteld. Voor toekenning van een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, in aanwezigheid van I.K. van Weelden, griffier, en is in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.