Uitspraak
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie
nader te noemen: Retail Services of gezamenlijk met Atom: de onderneming Atom
“De deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven is verplicht gesteld voor de werknemers in loondienst van een werkgever in:- de meubelindustrie en meubileringsbedrijven; (…)Onder een werkgever in de meubel industrie en meubileringsbedrijven wordt verstaan:1) de onderneming die uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de onder a. tot en met g. omschreven activiteiten uitvoert;
“Het ontwerpen en vervaardigen van winkelinrichtingen”.
Het geschil
in de zaak 11108003 CV EXPL 24-4654
a. verklaring van Atom tot goed opposant en nietigverklaring van het dwangbevel van 25 maart 2024 althans vervallen verklaring dan wel buiten effect/werking stelling, met niet-ontvankelijk verklaring van Oak Pensioen althans afwijzing van de vorderingen waarbij Atom wordt ontheven uit de verplichtingen voortvloeiende uit het dwangbevel en daarnaast:
primair
b. verklaring voor recht dat Atom vanaf haar oprichting
nietonder de werkingssfeer van de verplichtstellingsbeschikking tot deelneming aan Oak Pensioen valt en derhalve géén premies verschuldigd is aan Oak Pensioen noch bijdragen aan eventueel aan Oak Pensioen verbonden fondsen;
subsidiair
c. verklaring voor recht dat Oak Pensioen pas sinds 1 april 2022 dan wel 1 mei 2018 onder de werkingssfeer van de verplichtstellingsbeschikking tot deelneming aan Oak Pensioen valt, dan wel vanaf een nader door de kantonrechter te bepalen datum en pas vanaf dat moment premies verschuldigd is aan Oak Pensioen en eventueel aan Oak Pensioen verbonden fondsen.
Daarnaast vordert Atom primair en subsidiair veroordeling van Oak Pensioen tot betaling van door de onderneming Atom gemaakte juridische kosten van € 54.564,30 ex kantoorkosten en btw dan wel een door de kantonrechter te bepalen vergoeding voor de gemaakte kosten voor juridische bijstand en/of betaling van buitengerechtelijke kosten, alsmede de overige proceskosten.
in reconventie
I. voor recht te verklaren dat Atom vanaf 2018 (datum 1 februari), althans 2022 (datum april 2022), althans een door de kantonrechter te bepalen datum, valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling tot deelneming in Oak Pensioen;
II. dat Atom wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis elektronisch de werknemersgegevens te verstrekken aan Oak Pensioen via het werkgeversportal ten aanzien van de (gewezen) werknemers die in de periode van 1 februari 2018, althans 1 april 2022, althans een door de kantonrechter te bepalen datum in dienst zijn (geweest) bij de onderneming van Atom, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Atom daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000.000,00;
III. dat Atom wordt veroordeeld om uiterlijk 1 maand na de datum van dit vonnis aan Oak Pensioen een controleverklaring te verstrekken van een registeraccountant waarin de registeraccountant een goedkeurend oordeel uitspreekt over de juistheid en volledigheid van de werknemersgegevens die Atom op grond van veroordeling II (zoals hierboven beschreven) heeft verstrekt, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Atom daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000.000,00;
IV. dat Atom wordt veroordeeld om de premienota’s, die door Oak Pensioen worden vastgesteld aan de hand van de werknemersgegevens die op grond van veroordeling II. zijn aangeleverd en conform de statuten en reglementen van Oak Pensioen, te betalen binnen 14 dagen na de factuurdatum en – na die 14 dagen – te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
met veroordeling van Atom in de kosten van de reconventie.
In de zaak 11239880 CV EXPL 24-9940
II. dat Retail Services wordt veroordeeld om binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis elektronisch de werknemersgegevens te verstrekken aan Oak Pensioen via het werkgeversportal ten aanzien van de (gewezen) werknemers die in de periode van 1 februari 2018, althans 1 april 2022, althans een door de kantonrechter te bepalen datum in dienst zijn (geweest) bij de onderneming Atom (en daarmee ook Retail Services), op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Atom daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000.000,00;
III. dat Retail Services wordt veroordeeld om uiterlijk 1 maand na de datum van dit vonnis aan Oak Pensioen een controleverklaring te verstrekken van een registeraccountant waarin de registeraccountant een goedkeurend oordeel uitspreekt over de juistheid en volledigheid van de werknemersgegevens die Atom op grond van veroordeling II (zoals hierboven beschreven) heeft verstrekt, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat Atom daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 1.000.000,00;
IV. dat Retail Services wordt veroordeeld om de premienota’s, die door Oak Pensioen worden vastgesteld aan de hand van de werknemersgegevens die op grond van veroordeling II. zijn aangeleverd en conform de statuten en reglementen van Oak Pensioen, te betalen binnen 14 dagen na de factuurdatum en – na die 14 dagen – te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW;
met veroordeling van Retail Services in de kosten
prototypesvan bedrijfsmeubilair voor de modebranche, maakt dit niet anders, ook dat is meubilair en valt dus onder het begrip ‘meubels’ in de verplichtstelling.