In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 19 juni 2025, heeft DTMobility Cars B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een annuleringsbeding dat door DTMobility Cars is ingeroepen na de annulering van een auto-aankoop. In een eerder tussenvonnis van 24 april 2025 is geoordeeld dat het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden als oneerlijk wordt aangemerkt. DTMobility Cars had de eis verminderd door de annuleringsvergoeding te berekenen op basis van de koopsom exclusief btw, wat resulteerde in een bedrag van € 16.297,98. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de argumenten van DTMobility Cars niet voldoende zijn om de eerlijkheid van het annuleringsbeding te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat het beding de consument niet bindt, omdat het niet voldoet aan de eisen van eerlijkheid en redelijkheid. Hierdoor wordt de vordering integraal afgewezen en wordt DTMobility Cars veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde op nihil worden begroot.