3.3.Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 3
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem onder feit 1 primair en feit 3 ten laste gelegde, nu zijn betrokkenheid bij deze feiten onvoldoende kan worden bewezen.
Feit 1 (het aanbrengen van verborgen ruimtes in voertuigen)
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het aan hem onder feit 1 primair ten laste gelegde medeplegen, nu niet kan worden bewezen dat er een nauwe en bewuste samenwerking en gezamenlijke uitvoering bestond tussen verdachte en de bestuurders van de autos ten aanzien van het vervoer van de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheden verdovende middelen .
Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid komt de rechtbank wel tot een bewezenverklaring en oordeelt de rechtbank als volgt.
Uit het procesdossier en de daarin beschreven observaties volgt dat er bij [naam autobedrijf] , gevestigd op de [adres 2] verborgen ruimtes worden ingebouwd bij bepaalde auto’s. Er worden daartoe meermaals werkzaamheden uitgevoerd aan kofferbakken en bestuurdersstoelen van auto’s. Bij een groot deel van deze werkzaamheden is verdachte – die ten tijde van de observatie tevens eigenaar was van [naam autobedrijf] – betrokken. Zo voert verdachte vanaf 16 januari 2018 reparatiewerkzaamheden uit aan een Volkswagen Touran met kenteken [kenteken 1] . De Volkswagen Touran wordt enkele weken later, op 7 februari 2018, gecontroleerd in Zweden. Bij deze controle worden onder de voorstoelen van de inzittenden [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] professioneel ingebouwde verborgen ruimtes opgemerkt, waarin in totaal hoeveelheden van 16,35 kilogram heroïne en 1,75 kilogram cocaïne worden aangetroffen.
Vanaf 6 maart tot en met 9 maart 2018 vinden in de autogarage werkzaamheden plaats aan een Audi A6 met kenteken [kenteken 2] . Uit de camerabeelden blijkt dat zowel verdachte als een medewerker bezig zijn bij de achterkant van de auto. Enkele dagen later, op 13 maart 2018, is de auto gecontroleerd in Zwitserland en zijn in een verborgen ruimte bij de achterbumper dertien pakketten met een gewicht van acht kilogram aangetroffen. Uit de door de Zwitserse politie verstrekte stukken volgt dat de inhoud van deze pakketten positief test op heroïne. De bestuurder van de auto, [medeverdachte 4] , heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij in Amsterdam een verborgen ruimte heeft laten inbouwen in de auto, om op deze wijze verdovende middelen te vervoeren.
Ook bij een Volkswagen Tiguan met kenteken [kenteken 3] is op 28 maart 2018 bij een controle in Italië een (lege) verborgen ruimte aangetroffen. De kofferbakruimte bleek voorzien van een lege dubbele bodem, die handmatig was aangebracht in het plaatstaal van de bagageruimte. Ook sloegen de drugshonden aan op de auto, waardoor het vermoeden ontstond dat hierin verdovende middelen waren vervoerd. De Volkswagen Tiguan heeft van 8 tot 10 maart 2018 bij [naam autobedrijf] gestaan voor werkzaamheden, waarbij is waargenomen dat verdachte en een medewerker handelingen hebben uitgevoerd bij de kofferbakruimte. Daarnaast stond de Tiguan van 22 tot 26 maart 2018 geparkeerd in de buurt van de woning van verdachte en is verdachte in deze tijdsspanne meermaals in de buurt van de auto gesignaleerd.
Gelet op deze bevindingen is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met anderen verborgen ruimtes heeft aangebracht in de hierboven genoemde voertuigen met als doel deze te doen gebruiken voor het heimelijk vervoeren van verdovende middelen. Zoals blijkt uit de bevindingen van de Zweedse - en Zwitserse politie is dit in twee gevallen ook daadwerkelijk gebeurd. Verdachte was eigenaar van de garage en heeft werkzaamheden aan de auto’s uitgevoerd. Door het uitvoeren van deze werkzaamheden heeft hij op zijn minst de aanmerkelijke kans aanvaard dat de auto’s bij wie hij de verborgen ruimtes heeft aangebracht zouden worden gebruikt voor het vervoer van verdovende middelen. Daarmee is er ook sprake van opzet. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte hieraan medeplichtig is geweest. Door het inbouwen van de ruimtes heeft verdachte immers het verborgen vervoer mogelijk gemaakt en is hij daartoe behulpzaam geweest.
De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte medeplichtig is geweest aan het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van de in de tenlastelegging genoemde hoeveelheden verdovende middelen, door het aanbrengen van verborgen ruimtes in de genoemde Volkswagens en de genoemde Audi.
Feit 2 (vervoeren 4,8 kilogram heroïne)
Naar aanleiding van een APNR-melding wordt de Opel Combo op naam van verdachte – met daarin medeverdachte [medeverdachte] als bijrijder – geobserveerd. Uit de observatie volgt onder meer dat medeverdachte een donkerkleurige tas krijgt uitgereikt vanuit een passerende Audi. Bij een latere controle van de Opel Combo blijkt dezelfde donkerkleurige tas achter de bestuurdersstoel te liggen, met daarin tien pakketten. Uit laboratoriumonderzoek blijkt dat deze pakketten een hoeveelheid van 4,81 kilogram aan heroïne bevatten.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte wetenschap heeft gehad van de inhoud van de tas, nu uit de observatie volgt dat de tas door zijn bijrijder is aangenomen en de tas in het zicht in de auto lag. Ook heeft verdachte beschikkingsmacht gehad over de tas en de inhoud daarvan, nu deze tas midden in de auto lag en daarmee voor alle inzittenden toegankelijk was. Door de tas gezamenlijk in de auto te vervoeren, heeft verdachte dit feit tezamen en in vereniging met zijn mededader gepleegd.
De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in vereniging aanwezig hebben en vervoeren van een hoeveelheid van ongeveer 4,8 kilogram heroïne.