Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de termijn voor feitelijke overlevering van een opgeëiste persoon aan Italië. De rechtbank heeft op 19 juni 2025 de overlevering toegestaan, maar de feitelijke overlevering kon niet plaatsvinden binnen de gestelde termijn van 10 dagen, omdat de opgeëiste persoon op het laatste moment niet kon worden meegenomen vanwege vliegangst. De officier van justitie heeft daarom op 27 juni 2025 verzocht om verlenging van de termijn met 10 dagen, wat door de rechtbank is toegewezen. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van zeer uitzonderlijke omstandigheden, mede door de korte termijn die resteerde en het feit dat er al een nieuwe datum voor de overlevering was aangevraagd. De rechtbank heeft ook de vrijheidsbeneming van de opgeëiste persoon met 10 dagen verlengd, in overeenstemming met de verzoeken van de officier van justitie en de raadsvrouw van de opgeëiste persoon, mr. J. Verstegen, die akkoord ging met een schriftelijke afdoening van de vorderingen.