ECLI:NL:RBAMS:2025:4763

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
8 juli 2025
Zaaknummer
24/7459
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 10 juli 2025, in de zaak tussen eiseres uit Amstelveen en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst beoordeeld. Eiseres, geboren in 1948 in Paramaribo, Suriname, had op 15 mei 1966 samen met haar gezin in Nederland gewoond, maar haar aanvraag werd afgewezen omdat zij niet voldeed aan de leeftijdsvoorwaarde van 18 jaar bij aankomst in Nederland. De rechtbank oordeelt dat de leeftijdsvoorwaarde voor gehuwde minderjarigen, zoals eiseres, niet gerechtvaardigd is en in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en kent eiseres het eenmalige bedrag van € 5.000,- toe, omdat zij aan de overige voorwaarden voldoet. De rechtbank concludeert dat de onverkorte toepassing van de leeftijdsvoorwaarde leidt tot een onevenredige uitkomst voor deze specifieke groep.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/7459

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit Amstelveen, eiseres,

en
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,verweerder
(gemachtigden: mr. E.M. Mulder en mr. K. Verbeek).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst (het Tijdelijk besluit).
Met het primaire besluit van 15 augustus 2024 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen. Met het bestreden besluit van 1 november 2024 heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juni 2025. Eiseres was aanwezig. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Totstandkoming van de besluiten

1.1.
Op 25 november 1975 is Suriname onafhankelijk geworden van het Koninkrijk der Nederlanden. Vele rijksgenoten verlieten Suriname voor die datum om zich in Nederland te vestigen en zo de Nederlandse nationaliteit te behouden. [1] Doordat hun Koninkrijksjaren in Suriname bij de opbouw van het AOW-pensioen [2] niet worden meegerekend, hebben veel Nederlanders van Surinaamse herkomst geen volledige AOW kunnen opbouwen. Betrokkenen ervaren dit als een groot onrecht. Zij stellen dat zij rijksgenoten waren – gezien het gezamenlijke historische verleden van Nederland en Suriname en de vertaling daarvan in het Statuut van 1954 – en dat zij ten onrechte gelijk worden gesteld met migranten, die niet uit het Koninkrijk der Nederlanden afkomstig zijn. Zij vinden dat zij als tweederangsburgers worden behandeld en dat zij worden gediscrimineerd. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft met het Tijdelijk besluit als gebaar van erkenning en tegemoetkoming aan een groep ouderen van Surinaamse herkomst een eenmalig bedrag van € 5.000,- per persoon beschikbaar gesteld.
1.2.
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1948 in Paramaribo (Suriname). Zij is op 16 jarige leeftijd getrouwd in Suriname en op 17-jarige leeftijd moeder geworden. Op 15 mei 1966 is eiseres samen met haar partner en kind in Nederland komen wonen. Op dat moment was eiseres 17 jaar oud. Zij is in Nederland meteen gaan werken, omdat het inkomen van haar partner onvoldoende was voor het gezin om rond te komen. Als gevolg van het huwelijk was zij automatisch meerderjarig. Zo had ze geen toestemming van haar ouders nodig om naar Nederland te gaan. In Nederland had zij geen toestemming nodig om als vrouw aan het arbeidsproces deel te nemen, zich bij het arbeidsbureau in te schrijven of een bankrekening te openen. Aan eiseres is een AOW-pensioen toegekend met een korting van 4%, omdat zij in de periode van 6 december 1963 tot en met 14 mei 1966 niet verzekerd is geweest voor de AOW. Op 29 juli 2024 heeft eiseres een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst aangevraagd.
1.3.
Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen, omdat zij niet voldoet aan alle voorwaarden voor een tegemoetkoming. Eiseres was namelijk jonger dan 18 jaar toen zij in Nederland kwam wonen. Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Volgens verweerder is de leeftijd van 18 jaar gekozen, omdat iemand op die leeftijd meerderjarig is en zelfstandig de keuze voor Nederland of Suriname kon maken. Omdat eiseres niet aan deze voorwaarden voldoet, blijft verweerder bij de afwijzing van haar aanvraag. Verweerder heeft geen ruimte om af te wijken van deze voorwaarde.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of verweerder op goede gronden de aanvraag van eiseres heeft afgewezen. De rechtbank doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
Komt eiseres op grond van het Tijdelijk besluit in aanmerking voor het gebaar?
3. Eiseres betwist niet dat verweerder met verwijzing naar de letterlijke tekst van
artikel 3, aanhef en onder c, van het Tijdelijk besluit haar aanvraag heeft mogen afwijzen. Eiseres is namelijk op 15 mei 1966 in Nederland komen wonen. Op deze dag had eiseres nog niet de leeftijd van 18 jaar bereikt. Eiseres voldoet daarmee niet aan alle voorwaarden om in aanmerking te komen voor het eenmalig bedrag. Eiseres wenst met haar beroep te bereiken dat verweerder (in haar geval) van deze voorwaarde afwijkt, omdat het leidt tot een onevenredige uitkomst. In het Tijdelijk besluit is echter geen mogelijkheid voor verweerder opgenomen om een uitzondering op één van de voorwaarden te maken. De minister heeft bewust gekozen om het Tijdelijk besluit niet te voorzien van bijvoorbeeld een hardheidsclausule. [3] Gelet op de voorwaarden het Tijdelijk besluit heeft verweerder de aanvraag dan ook moeten afwijzen.
Is de leeftijdsvoorwaarde zodanig onrechtmatig dat deze buiten toepassing dient te blijven?
4.1.
De rechtbank kan bepalen dat (een bepaalde voorwaarde in) een algemeen verbindend voorschrift, zoals het Tijdelijk besluit, buiten toepassing dient te blijven als deze in strijd is met hogere regelgeving, de algemene rechtsbeginselen en/of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het is vaste rechtspraak dat als bij het voorbereiden en nemen van een algemeen verbindend voorschrift de negatieve gevolgen daarvan voor een bepaalde groep uitdrukkelijk zijn betrokken en de afweging deugdelijk is gemotiveerd, deze keuze voldoet aan het zorgvuldigheids- en het motiveringsbeginsel. [4] De toetsing door de bestuursrechter beperkt zich dan in het algemeen tot de vraag of de regeling – in dit geval de voorwaarde van artikel 3, aanhef en onder c, van het Tijdelijk besluit – in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Gelet op het onverplichte en begunstigende karakter van het Tijdelijk besluit is in beginsel een terughoudende rechterlijke toetsing aangewezen.
4.2.
De rechtbank heeft in haar uitspraken van 22 mei 2025 en 26 mei 2025 geoordeeld dat de door de minister bewust gekozen leeftijdsgrens van 18 jaar in beginsel de terughoudende rechterlijke toets kan doorstaan. [5] Inherent aan een afbakening door het stellen van een leeftijdsgrens is dat een groep mensen die wel de bewuste keuze hebben gemaakt maar (net) niet aan de leeftijdsvoorwaarde voldoen, geen gebaar van erkenning krijgen. Hieraan ligt een politiek-bestuurlijke afweging ten grondslag, die de rechtbank heeft te respecteren. De rechtbank acht de door de minister in het Tijdelijk besluit gemaakte keuze voor de leeftijdsgrens van 18 jaar over het algemeen inzichtelijk en voldoende onderbouwd. De rechtbank kent doorslaggevende betekenis toe aan de uitdrukkelijke bedoeling van de minister, het onverplichte en begunstigende karakter van het Tijdelijk besluit dat is bedoeld als een gebaar van erkenning voor een geselecteerde groep ouderen van Surinaamse afkomst en de in dat verband dwingend vastgestelde toekenningsvoorwaarden die de terughoudende toets kunnen doorstaan.
4.3.
In deze zaak echter rijst in het bijzonder de vraag of de leeftijdsgrens van 18 jaar ook kan worden tegengeworpen aan personen van Surinaamse herkomst die bij aankomst in Nederland minderjarig en gehuwd waren. De rechtbank stelt vast dat het Tijdelijk besluit voortkomt uit een politiek-bestuurlijke wens om een gebaar te maken naar een groep ouderen van Surinaamse herkomst met een groot en langlopend gevoel van onrechtvaardigheid. [6] Het kabinet heeft dit willen vormgeven met een eenmalig bedrag als gebaar van erkenning voor de verwachtingen die zijn ontstaan rondom het onafhankelijkheidsproces van Suriname, en de komst van deze groep naar Nederland met het oog op de Toescheidingsovereenkomst. Betrokkenen hebben welbewust de keuze gemaakt om naar Nederland te komen, omdat zij zich Nederlander voelden en Nederlander wilden blijven. De leeftijdsgrens is daarbij bedoeld als waarborg dat sprake was van een zelfstandige bewuste keuze. In de Nota van toelichting is daarover opgenomen: “Bij deze leeftijd kan ervan worden uitgegaan dat iemand een bewuste keuze heeft gemaakt om naar Nederland te verhuizen of in Suriname te blijven. Naar hedendaags begrip is iemand vanaf de leeftijd van 18 jaar immers meerderjarig. Deze leeftijd sluit aan bij de Toescheidingsovereenkomst, waarin expliciet is geregeld dat iemand op 18-jarige leeftijd meerderjarig is en zelfstandig de keuze voor Nederland of Suriname kon maken.” [7] In het commissiedebat [8] is nog toegelicht dat wordt gekozen voor de leeftijd van 18 jaar omdat men dan handelingsbevoegd is en zelf keuzes kan maken. De rechtbank leidt hieruit af dat de wetgever bewust heeft willen aasluiten bij de Toescheidingsovereenkomst en het feit dat men handelingsbekwaam moet zijn om zelfstandig keuze te maken om naar Nederland te komen. Hoewel bij de parlementaire behandeling nadrukkelijk is ingegaan op de vraag welke leeftijdsgrens passend zou zijn, is de specifieke positie van gehuwde minderjarigen die voor de onafhankelijkheid van Suriname naar Nederland zijn gekomen, noch in de toelichting op het Tijdelijk besluit, noch in de parlementaire behandeling aan de orde geweest.
4.4.
Naar het oordeel van de rechtbank is de leeftijdsvoorwaarde voor deze specifieke groep gehuwde minderjarigen niet geschikt en niet noodzakelijk in verhouding tot het daarmee te dienen doel. Uit de Toescheidingsovereenkomst volgt dat zij die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt of vroeger in het huwelijk zijn getreden meerderjarig zijn voor de bepalingen uit de Toescheidingsovereenkomst. Ook volgens de destijds geldende wettelijke regeling, zoals neergelegd in artikel 1:24 van het Burgerlijk Wetboek (oud), werd een minderjarige door het huwelijk juridisch gelijkgesteld aan een meerderjarige. [9] Op grond van de Toescheidingsovereenkomst verkregen alle meerderjarige Nederlanders die in Suriname waren geboren én op het moment van inwerkingtreding van de overeenkomst hun woonplaats of feitelijk verblijf in de Republiek Suriname hadden, van rechtswege de Surinaamse nationaliteit. Het gevolg daarvan was dat zij op dat moment het Nederlanderschap verloren. Het voorgaande brengt dan ook met zich mee dat een gehuwde minderjarige van Surinaamse herkomst met het oog op het behoud van zijn Nederlanderschap op grond van de Toescheidingsovereenkomst naar Nederland moest komen. Deze groep was voor de bepalingen uit de Toescheidsingsovereenkomst immers meerderjarig en van hen werd destijds gevonden dat zij bewust een keuze konden maken over hun nationaliteit. Door onverkort een leeftijdsvoorwaarde te hanteren, wordt dan ook voorbijgegaan aan de destijds geldende juridische status van deze groep gehuwde minderjarigen zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond is. Immers geldt zowel voor de groep die bij aankomst in Nederland ouder dan 18 jaar was, als voor deze groep, dat men handelingsbekwaam was om zelfstandig naar Nederland te komen. Daarbij neemt de rechtbank ook in overweging dat verweerder bij een aanvraag voor tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit objectief kan vaststellen of een minderjarig persoon van Surinaamse herkomst voor zijn komst naar Nederland gehuwd was.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank leidt de onverkorte toepassing van de leeftijdsvoorwaarde voor deze groep gehuwde minderjarigen tot een uitkomst die onevenredig is in verhouding tot het doel van het Tijdelijk besluit. De leeftijdsvoorwaarde zoals in artikel 3, aanhef en onder c, van het Tijdelijk besluit is bepaald, moet daarom voor deze groep gehuwde minderjarigen waaronder ook eiseres valt vanwege strijd met het evenredigheidsbeginsel buiten toepassing blijven.
5. Omdat het beroep van eiseres op het evenredigheidsbeginsel slaagt, behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer.

Conclusie en gevolgen

6.1.
Het beroep is gegrond. Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. Nu niet in geschil is dat eiseres aan de overige voorwaarden uit het Tijdelijk besluit voldoet, ziet de rechtbank aanleiding om zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat verweerder eiseres het eenmalige bedrag van € 5.000,- op grond van het Tijdelijk besluit toekent.
6.2.
Omdat het beroep gegrond is dient verweerder ook het door eiseres betaalde griffierecht aan haar te vergoeden. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • herroept het primaire besluit;
  • bepaalt dat verweerder aan eiseres het eenmalige bedrag van € 5.000 toekent;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- aan haar te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A.W. Jansen, rechter, in aanwezigheid van
mr. N.J.A. van Eck, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2025.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De indiener van het hoger beroep kan de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening te treffen.
Het indienen van een hogerberoepschrift kan digitaal via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl of door verzending per post aan de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.Dit volgt uit de Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname, Paramaribo.
2.Een pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet.
3.Kamerstukken II, 2022–2023, 20 361, nr. 220.
4.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 1 juli 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:2016 en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 12 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:452.
5.Zie de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 22 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3558 en ECLI:NL:RBAMS:2025:3560 en de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 26 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3559.
6.Staatsblad 2023, 386, pagina 7.
7.Staatsblad 2023, 386, pagina 8 en 9.
8.Kamerstukken II, 2022–2023, 20 361, nr. 220, p 31.
9.Dit betekent dat een gehuwde minderjarige als handelingsbekwaam wordt beschouwd en zelfstandig rechtshandelingen kan verrichten zonder toestemming van zijn of haar wettelijke vertegenwoordigers.