Uitspraak
1.De procedure
- de akte van Apricot.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 juli 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Apricot Real Estate 2 B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Apricot, de eisende partij, heeft een huurachterstand gevorderd en na een tussenvonnis van 13 mei 2025 een akte ingediend waarin zij stelt dat er een bedrag van € 859,32 teveel in rekening is gebracht. Hierdoor resteert er een huurachterstand van € 2.886,53 over de periode tot en met december 2024.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkelijke huurbedragen in de akte van Apricot niet overeenkomen met de bedragen die in de dagvaarding zijn genoemd. Apricot is in de gelegenheid gesteld om een nadere berekening van de huurachterstand over te leggen, waarbij rekening gehouden moet worden met de aanvangshuurprijs en de geldende indexatiepercentages. Tevens moet Apricot ervoor zorgen dat de gedaagde partij op de hoogte wordt gesteld van deze akte en de mogelijkheid heeft om hierop te reageren.
De zaak is verwezen naar de rolzitting van 5 augustus 2025 voor het nemen van een akte door Apricot, waarbij de kantonrechter heeft bepaald dat Apricot de akte ten minste twee weken voor de rolzitting aan de gedaagde moet sturen. Iedere verdere beslissing is aangehouden tot de volgende zitting.