Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Kantongerecht (Amtsgericht) Münster in Duitsland. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in 1997, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 3 juli 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. L.J. Woltring.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De raadsman had betoogd dat de strafbare feiten onvoldoende concreet waren omschreven en dat de verdenking niet voldoende was onderbouwd. De officier van justitie daarentegen stelde dat het EAB genoegzaam was en dat de feiten voldoende waren omschreven. De rechtbank oordeelde dat het EAB de nodige gegevens bevatte en dat de rol van de opgeëiste persoon als mededader duidelijk was.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de in beslag genomen voorwerpen, waaronder twee mobiele telefoons, aan de Duitse autoriteiten kunnen worden afgegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan en de afgifte van de in beslag genomen voorwerpen bevolen.