ECLI:NL:RBAMS:2025:5424

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
13-138990-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel van Oostenrijk

Op 23 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Openbaar Ministerie van Salzburg, Oostenrijk, op 3 mei 2025. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Hongarije in 1992, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en gedetineerd is. De behandeling van het EAB vond plaats op 9 juli 2025, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, en een tolk in de Hongaarse taal. De raadsman heeft geen verweer gevoerd, en de officier van justitie concludeerde dat de overlevering kon worden toegestaan. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit dat in Nederland als een lijstfeit wordt aangemerkt, namelijk moord en doodslag, zware mishandeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de opgeëiste persoon de Hongaarse nationaliteit heeft en dat de persoonsgegevens juist zijn. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, en deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Vegter als voorzitter, samen met mrs. B.M. Vroom-Cramer en L. Sanders, in aanwezigheid van griffier G. Riedijk.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-138990-25
Datum uitspraak: 23 juli 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 13 mei 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 3 mei 2025 door het Openbaar Ministerie van Salzburg, Oostenrijk - met goedkeuring van het
Landesgericht Salzburg, Oostenrijk (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) - en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] (Hongarije) op [geboortedag] 1992,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 9 juli 2025, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. C.N.G.M. Starmans, advocaat in Utrecht en door een tolk in de Hongaarse taal.
De raadsman heeft geen verweer gevoerd en de officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verzochte overlevering kan worden toegestaan.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met dertig dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Hongaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel uitgevaardigd door het Openbaar Ministerie van Salzburg op 3 mei 2025.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Oostenrijks recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
moord en doodslag, zware mishandeling.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Oostenrijk een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

6.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

7.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Landesgericht Salzburg(Oostenrijk) voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. B.M. Vroom-Cramer en L. Sanders, rechters,
in tegenwoordigheid van G. Riedijk, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 23 juli 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.