Op 10 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal van een damesfiets van het merk Cortina. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tussen 28 maart 2024 en 19 februari 2025 in Amsterdam en/of Amersfoort een fiets heeft gestolen, maar heeft hem vrijgesproken van de diefstal. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de wegnemingshandeling had verricht, aangezien hij pas op 19 februari 2025 met de fiets werd aangetroffen. De officier van justitie had de diefstal als primair ten laste gelegd, maar de rechtbank volgde dit niet.
Echter, de rechtbank vond wel bewijs voor opzetheling. De verdachte had de fiets in zijn bezit terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze afkomstig was van diefstal. De verdachte had verklaard de fiets via Marktplaats te hebben gekocht, maar kon geen overtuigende details geven over de verkoper. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig was en dat hij bij het verkrijgen van de fiets wist dat deze van diefstal afkomstig was.
De rechtbank legde de verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op voor de duur van twee jaar, gezien zijn eerdere veroordelingen en de ernst van het feit. De rechtbank oordeelde dat er geen minder ingrijpende alternatieven waren en dat de verdachte structuur nodig had om zijn problematiek aan te pakken. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke veroordeling werd afgewezen, omdat de ISD-maatregel werd opgelegd.