Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek, met producties
- de akte uitlating producties van [eiser] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Artikel 6 – De huurperiode en de overschrijding van de huurperiode
binnen veertien dagen na ontvangstvan deze betalingsherinnering het openstaande bedrag alsnog te betalen. Dit terwijl de consument in de wettelijke regeling alleen buitengerechtelijke kosten is verschuldigd, als is voldaan aan artikel 6:96 lid 6 BW, waarbij de aanmaning als bedoeld in dat artikellid ook moet voldoen aan eisen die de Hoge Raad heeft vastgesteld (zie ECLI:NL:HR:2016:2704). In dit arrest is bepaald dat de termijn van 14 dagen moet worden gelezen als
14 dagen ingaande de dag na ontvangst van de aanmaning, zodat binnen veertien dagen een te korte termijn is. Het beding van artikel 8 lid 7 heeft daardoor een bredere strekking dan de wettelijke bepaling en wordt daarom door de kantonrechter als oneerlijk aangemerkt. Het beding wijkt namelijk ten nadele van de consument af van de wettelijke regeling over buitengerechtelijke kosten. Een contractuele afwijking van dwingendrechtelijke bepalingen is oneerlijk (zie Hoge Raad 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:198, r.o. 3.8.4). Het is daarbij niet relevant hoe de bedingen feitelijk worden toegepast en uitgevoerd. Dit beding wordt daarom voorshands als oneerlijk aangemerkt, zodat deze de consument niet bindt. Omdat Drive On dit (oneerlijke) beding in haar algemene voorwaarden heeft staan, kan niet worden teruggevallen op de wet (zie HvJ EU van 27 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:68).
5.De beslissing
dinsdag 12 augustus 2025voor het nemen van een akte door [eiser] over wat is vermeld onder 4.6. en verder, waarna [gedaagde] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,