Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
Als een dergelijke geïmproviseerde explosieve constructie tot ontploffing komt, treden hitte en eventueel een schokgolf op en kan er sprake zijn van scherfwerking. Naast materiële schade kan ook voor personen (zwaar) lichamelijk ontstaan zoals oogletsel en gehoorschade of verwondingen die zonder hulp leiden tot blijvend ernstige gevolgen.”
4.Bewezenverklaring
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.10. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte]daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
groot 6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
proeftijdvan
2 (twee) jaarvast.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
€ 1.500,-(duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 april 2025) tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 25 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[gezinslid 1]toe tot een bedrag van
€ 1.500,-(duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 april 2025) tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 25 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
[gezinslid 2]toe tot een bedrag van
€ 1.500,-(duizend vijfhonderd euro) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (2 april 2025) tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 1.500,- (duizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 25 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.