Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Ibij dit vonnis.
3.Waardering van het bewijs
4.Bewezenverklaring
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Nederland, een geheim waarvan hij, verdachte, wist dat hij uit hoofde van zijn ambt, te weten politiemedewerker bij de Eenheid Amsterdam, en wettelijk voorschrift (te weten artikel 3 Wet politiegegevens en artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, door telkens opzettelijk in een of meerdere politiesystemen (onder andere uit/in BVI-IB en/of BVH en/of MEOS en/of Bluespot en/of OPP-EnS (vertrouwelijke) informatie over
- [naam 1] en
- opsporingsonderzoeken en
- incidenten/registraties in de omgeving van IJmuiden,
terwijl het bevragen van voornoemde gegevens niet noodzakelijk was voor de
uitvoering van zijn werkzaamheden, te bevragen en/of op te vragen en (vervolgens) die verkregen (vertrouwelijke) informatie aan daartoe niet-gerechtigde personen/derden te verstrekken;
Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in een gedeelte van geautomatiseerde werken, te weten computersystemen van de politie waarop de applicaties BVI-IB en BVH en MEOS en Bluespot en OPP-EnS worden gehost, met behulp van een valse sleutel, te weten door het (telkens) onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en/of wachtwoord voor die systemen en/of
zich toegang te verschaffen tot (delen van de) servers van de politie, waarop
informatie was geplaatst met (telkens) een ander doel dan waarvoor hem,
verdachte, die gebruikersnaam en/of dat wachtwoord ter beschikking stonden
en waarvoor hem die toegang was toegestaan en/of (vervolgens) gegevens die
waren opgeslagen en/of verwerkt en/of overgedragen door middel van (delen van)
die/dat geautomatiseerde werk(en) waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor
(een) ander(en) niet gerechtigde over te nemen;
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf en maatregel
8.Beslag
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
onder 3ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte
daarvan vrij.
bewezendat verdachte het
onder 1 en 2ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
taakstrafvan
240 (tweehonderdveertig) uren.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
proeftijdvan
2 (twee) jarenvast.
onttrokken aan het verkeer: