ECLI:NL:RBAMS:2025:5744
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing urgentieaanvraag voor huurwoning na overlijden ouders
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 7 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een urgentieverklaring beoordeeld. Eiseres, die samen met haar neef in het huis van haar ouders woonde, moest de woning verlaten na het overlijden van haar ouders. Op 26 juni 2024 diende zij een aanvraag in voor een urgentieverklaring, die door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam op 17 juli 2024 werd afgewezen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde zijn besluit. Tijdens de zitting op 16 juli 2025 werd duidelijk dat eiseres inmiddels een vervangende huurwoning aangeboden had gekregen van de woningbouwcorporatie de Alliantie, wat haar procesbelang deed vervallen. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet-ontvankelijk was in haar beroep, omdat het doel van haar aanvraag, het verkrijgen van een nieuwe woning, al was bereikt. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiseres over geleden schade en proceskosten, omdat deze niet relevant waren voor de urgentieverklaring. De uitspraak concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat eiseres geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.