Op 7 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Kassel in Duitsland. De officier van justitie diende op 4 juni 2025 een vordering in tot behandeling van het EAB, dat op 4 maart 2025 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Nederland in 1999, is gedetineerd in een penitentiaire inrichting en heeft de Nederlandse nationaliteit. Tijdens de zitting op 24 juli 2025 was de opgeëiste persoon vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.L.P. Biesmans, en de officier van justitie was mr. W.L.M. van Poll.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon klopt en dat hij zich beroept op de garantie van terugkeer naar Nederland, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank concludeert dat de opgeëiste persoon voldoende banden met Nederland heeft, waardoor de tenuitvoerlegging van een eventuele straf beter in Nederland kan plaatsvinden. De Duitse autoriteiten hebben op 15 juli 2025 een garantie gegeven dat, indien de opgeëiste persoon in Duitsland wordt veroordeeld, de straf in Nederland kan worden ondergaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Glerum, voorzitter, en mrs. A.R.P.J. Davids en E.M. de Bie, rechters, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.