ECLI:NL:RBAMS:2025:5822

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
13-138969-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel met waarborg voor terugkeer naar Nederland

Op 7 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Kassel in Duitsland. De officier van justitie diende op 4 juni 2025 een vordering in tot behandeling van het EAB, dat op 4 maart 2025 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Nederland in 1999, is gedetineerd in een penitentiaire inrichting en heeft de Nederlandse nationaliteit. Tijdens de zitting op 24 juli 2025 was de opgeëiste persoon vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.L.P. Biesmans, en de officier van justitie was mr. W.L.M. van Poll.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon klopt en dat hij zich beroept op de garantie van terugkeer naar Nederland, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank concludeert dat de opgeëiste persoon voldoende banden met Nederland heeft, waardoor de tenuitvoerlegging van een eventuele straf beter in Nederland kan plaatsvinden. De Duitse autoriteiten hebben op 15 juli 2025 een garantie gegeven dat, indien de opgeëiste persoon in Duitsland wordt veroordeeld, de straf in Nederland kan worden ondergaan.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. A.K. Glerum, voorzitter, en mrs. A.R.P.J. Davids en E.M. de Bie, rechters, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-138969-25
Datum uitspraak: 7 augustus 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 4 juni 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 4 maart 2025 door het
Amtsgericht Kassel,Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Nederland) op [geboortedag] 1999,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres]
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [Penitentiaire Inrichting] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 24 juli 2025, in aanwezigheid van mr. W.L.M. van Poll, officier van justitie. De opgeëiste persoon is vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.L.P. Biesmans advocaat in Heerlen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Tevens heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een aanhoudingsbevel uitgevaardigd door het
Amtsgericht Kasselop 4 maart 2025, met dossiernummer: 1650 Js 24916/23 (dossiernr. GStA 7 ER 85/23).
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar het Duitse recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een zogenoemd lijstfeit, dat in Nederland in de lijst van bijlage 1 bij de OLW staat vermeld, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit en beroept zich op de garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW. De rechtbank stelt vast dat de opgeëiste persoon zodanige banden heeft met Nederland, dat de tenuitvoerlegging van een eventueel na overlevering opgelegde straf, uit het oogpunt van maatschappelijke re-integratie beter in Nederland kan plaatsvinden dan in de uitvaardigende lidstaat. De opgeëiste persoon heeft immers het centrum van zijn gezinsleven en zijn belangen in Nederland gevestigd. [4] Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, deze straf in Nederland mag ondergaan.
De
Staatsanwältinvan het
Generalstaatsanwaltschaftin Frankfurt am Main heeft op 15 juli 2025 de volgende garantie gegeven:
"We hereby guarantee that, in case the wanted person[de opgeëiste persoon]* [geboortedag] .1999 in [geboorteplaats] is sentenced to an unconditional and irrevocable prison sentence in Germany, it will be allowed to enforce this sentence in the Netherlands."
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[de opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Kassel, Duitsland, voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. A.K. Glerum, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en E.M. de Bie, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.M. Esschendal en M.C. Hooibrink, griffiers,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 7 augustus 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.
4.Hof van Justitie van de Europese Unie, 6 juni 2023, C-700/21, O. G. (Mandat d’arrêt européen à l’encontre d’un ressortissant d’un État tiers), ECLI:EU:C:2023:444, punt 64.