ECLI:NL:RBAMS:2025:5907
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen boete voor niet tijdig afsluiten zorgverzekering
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 13 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar behandeld. Eiser had een boete van € 496,74 opgelegd gekregen door het Centraal Administratiekantoor (CAK) omdat hij niet tijdig een zorgverzekering had afgesloten. Eiser was het niet eens met de beslissing van verweerder en heeft beroep ingesteld. De rechtbank beoordeelt of de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar terecht was.
De rechtbank stelt vast dat het bezwaarschrift van eiser te laat is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en deze termijn op 14 februari 2025 eindigde. Eiser heeft zijn bezwaarschrift pas op 18 februari 2025 ter post bezorgd. De rechtbank overweegt dat eiser geen bijzondere omstandigheden heeft aangevoerd die het te laat indienen van het bezwaarschrift zouden rechtvaardigen. Eiser heeft niet gereageerd op verzoeken van verweerder om uitleg te geven over de termijnoverschrijding en is ook niet verschenen op de zitting.
De rechtbank concludeert dat verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen griffierecht terugkrijgt en ook geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.