Uitspraak
1.De procedure
2.In het kort
3.De feiten
- A-1 tot en met A7: 132/1988e aandeel
- A-8 en A-12: 154/1988e aandeel
- A-9, A-10 en A-11: 108/1988e aandeel
- A-13 tot en met A-39: 15/1988e aandeel
- A-40 tot en met A-48: 3/1988e aandeel
4.Het verzoek en verweer
5.De beoordeling
de hellingbaan, de binnenplaats (inclusief de parkeerplaatsen) en de bestrating van die hellingbaan en de binnenplaats”. Uit de tekst maakt de kantonrechter, anders dan de VvE en mede in het licht van het profijtbeginsel, op dat de opstellers van de akte ervoor hebben gekozen om alleen de bestrating van de binnenplaats en de hellingbaan volledig voor rekening van de parkeerplaatseigenaren te laten komen. Deze worden immers expliciet benoemd, maar niet de op die binnenplaats aanwezige gemeenschappelijke zaken, waaronder het hek, groen en tuinhuis vallen. Dat valt op omdat niet betwist is dat het hek er ten tijde van de splitsing al stond en uit beelden van Google Maps van oktober 2010 blijkt dat het groen op de binnenplaats toen reeds was aangeplant. Op eenvoudige wijze hadden deze gemeenschappelijke zaken dan ook in de akte vermeld kunnen en moeten worden. De opstellers hebben bijvoorbeeld met betrekking tot de aan het kanaal gelegen steiger de omschrijving eenvoudig aangevuld met “
en al hetgeen daartoe behoort” en onder c is vermeld: “
de vlonders, steigers, meerpalen, beschoeiingen en dergelijke”. Dat dit in het vijfde lid onder a van artikel 8 niet is gebeurd en omdat het profijtbeginsel leidend is in de akte, is voor de kantonrechter een indicatie dat ervoor gekozen is om de
opde binnenplaats geplaatste of te plaatsen gemeenschappelijke zaken onder de algemene verdeelsleutel te laten (blijven) vallen.