Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 28-jarige man, die werd beschuldigd van diefstal in vereniging van een partij cocaïne in Finland. De verdachte was op en rondom de datum van het delict in Finland, samen met een medeverdachte die wel werd veroordeeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was, ondanks dat de verdachte niet door medeverdachten was herkend. De verdediging pleitte voor vrijspraak, wijzend op het gebrek aan direct bewijs dat de verdachte op het moment van de overval aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat, hoewel de verdachte in de nabijheid van de medeverdachte was, er geen voldoende bewijs was om te stellen dat hij betrokken was bij de poging tot diefstal met geweld. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.