Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
vrijdag 5 september 2025 om 10.00 uurvoor het nemen van een akte door eisende partij zoals hiervoor is overwogen,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de eisende partij, Stichting Gezondheidscentra Haarlemmermeer, een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die niet is verschenen. De vordering betreft onbetaalde facturen voor medische behandelingen die in 2022 hebben plaatsgevonden, met een totaalbedrag van € 244,00 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten. De eisende partij heeft echter de relevante facturen niet overgelegd, wat de onderbouwing van de vordering bemoeilijkt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat voor een goede beoordeling van de vordering de facturen noodzakelijk zijn en heeft de eisende partij opgedragen deze alsnog in het geding te brengen.
De kantonrechter heeft ook ambtshalve toetsing aan het consumentenrecht toegepast, aangezien de overeenkomst tussen de eisende partij en de gedaagde partij een handelaar en een consument betreft. De rechter heeft opgemerkt dat de informatieplichten in dit geval zijn uitgezonderd op grond van artikel 6:230h lid 2 sub d BW, maar dat de bedingen van de overeenkomst wel moeten worden getoetst aan de Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De rechter heeft benadrukt dat het prijsbeding voldoende transparant moet zijn en dat de gedaagde partij voorafgaand aan de behandelingen op de hoogte had moeten zijn van de kosten.
De zaak is verwezen naar de rol voor akte uitlating en overlegging van stukken door de eisende partij, met de instructie dat deze akte ten minste twee weken voor de rolzitting aan de gedaagde partij moet worden gestuurd. De kantonrechter heeft verder bepaald dat iedere verdere beslissing wordt aangehouden, en de zaak is gepland voor 5 september 2025 voor de rolzitting.