Op 4 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door Letland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1993, die momenteel gedetineerd is. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 2 juli 2025 gestart, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw, mr. L.C. Cox. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen. In een tussenuitspraak op 16 juli 2025 oordeelde de rechtbank dat er een reëel gevaar bestond voor schending van de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering naar Letland. De rechtbank heeft de beslissing over de overlevering aangehouden en een termijn van dertig dagen gesteld om te kijken of er wijzigingen in de omstandigheden zouden optreden.
Op 27 augustus 2025 vond een vervolgzitting plaats, waarbij opnieuw mr. K. van der Schaft als officier van justitie aanwezig was. De opgeëiste persoon bevestigde zijn identiteit en nationaliteit. De rechtbank heeft de informatie van de Letse autoriteiten over detentieomstandigheden beoordeeld, maar oordeelde dat deze informatie te algemeen was en onvoldoende garanties bood voor de bescherming van de opgeëiste persoon tegen onmenselijke behandeling. De rechtbank concludeerde dat er geen gewijzigde omstandigheden waren die het eerder vastgestelde gevaar konden wegnemen. Daarom heeft de rechtbank besloten geen gevolg te geven aan het EAB en de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering tot behandeling van het EAB, waarmee de overleveringsprocedure werd beëindigd.