Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court in Szczecin(Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
the Regional Court in Szczecinvan 16 maart 2023 (III K 46/19) dat is gewijzigd met het arrest van
the Appeal Court in Szczecinvan 28 maart 2024 (II Aka 252/23).
4.Strafbaarheid
telkens; diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of verbreking terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak of verbreking terwijl het feit wordt geleegd door twee of meer verenigde personen;
diefstal, terwijl het feit wordt geleegd door twee of meer verenigde personen;
opzettelijk voorhanden hebben van een vals identiteitsbewijs.
5.Toestemming voor doorlevering
Oberlandesgericht Düsseldorfvan 27 juni 2025 toegezonden met onder meer de volgende inhoud:
Oberlandesgericht Düsseldorfblijkt dat de Duitse rechter toestemming heeft verleend voor de doorlevering van de opgeëiste persoon onder de voorwaarde dat de opgeëiste persoon niet wordt geplaatst in de penitentiaire instellingen Barczewo, Kamitisk en Tarnów. Nu de Poolse autoriteiten een garantie hebben verstrekt dat de opgeëiste persoon niet in deze instellingen zal worden geplaatst, is de rechtbank van oordeel dat de gevraagde overlevering kan worden toegestaan.
6.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsbepalingen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court in Szczecin, Polen, voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.