Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Vrijspraak feit 1
anders dan door misdrijfonder zich heeft’ uit artikel 321 Sr moet aldus worden uitgelegd dat niet enig door de verdachte begaan misdrijf ertoe heeft geleid dat hij het desbetreffende goed onder zich heeft gekregen. De omstandigheid dat de verdachte de geldbedragen door misdrijf, eventueel door oplichting, heeft verkregen, impliceert derhalve dat niet bewezen kan worden dat de verdachte deze geldbedragen heeft verduisterd. [1]
5.Waardering van het bewijs
6.Het bewijs
bijlage IIaan dit vonnis gehechte bewijsmiddelen zijn vervat.
7.De strafbaarheid van het feit
8.De strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
4 (vier) maanden.
120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 (zestig) dagen.