ECLI:NL:RBAMS:2025:7278
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van belastingfraude en deelname aan een criminele organisatie door verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 september 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van belastingfraude en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte was ten laste gelegd dat hij in de periode van 1 februari 2018 tot en met 18 januari 2021 feitelijk leiding had gegeven aan het opzettelijk niet betalen van de loonbelasting door [naam bedrijf] B.V. en dat hij had deelgenomen aan een criminele organisatie met het oogmerk op het plegen van misdrijven. Tijdens de zitting op 11 september 2025 heeft de officier van justitie betoogd dat de verdachte als contactpersoon voor de Belastingdienst en als boekhouder verantwoordelijk was voor de niet-betaling van de loonbelasting. De verdediging heeft echter aangevoerd dat de verdachte niet verantwoordelijk was voor de betaling van de belasting en dat hij niet wist dat deze niet werd voldaan.
De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie niet overtuigend geacht. Er was onvoldoende bewijs dat de verdachte feitelijk leiding had gegeven aan de niet-betaling van de loonbelasting of dat hij een rol had binnen de organisatie die betrokken was bij de criminele activiteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte enkel de aangiften loonheffingen had ingediend en geen andere verantwoordelijkheden binnen het bedrijf had.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van zowel de belastingfraude als de deelname aan de criminele organisatie, omdat er onvoldoende bewijs was om de tenlasteleggingen te ondersteunen. De beslissing is genomen op basis van de feiten en de verklaringen van getuigen, die de rol van de verdachte binnen [naam bedrijf] niet bevestigden.