ECLI:NL:RBAMS:2025:7303

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
6 oktober 2025
Zaaknummer
11852715 TB EXPL 25-99
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake informatieplichten bij zorgverzekeringsovereenkomsten

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 september 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Zilveren Kruis, heeft bij exploot van dagvaarding op 19 augustus 2025 gevorderd dat de gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 357,12, inclusief nevenvorderingen. De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering van de eisende partij betrekking heeft op onbetaald gebleven premies voor zorgverzekeringsovereenkomsten die zijn gesloten op afstand. De rechtbank heeft opgemerkt dat, gezien de aard van de overeenkomst tussen een handelaar en een consument, ambtshalve moet worden getoetst aan het toepasselijke consumentenrecht. Dit houdt in dat de eisende partij moet voldoen aan de informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende heeft toegelicht dat zij aan deze informatieplichten heeft voldaan. Daarom is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om dit alsnog te doen, en is de zaak verwezen naar de rolzitting op 14 oktober 2025. De rechtbank heeft iedere verdere beslissing aangehouden totdat de eisende partij de benodigde informatie heeft verstrekt.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Minuut AT
Afdeling privaatrecht TB
zaaknummer: 11852715 TB EXPL 25-99
kenmerk: 5526061.011
vonnis van: 30 september 2025
doc: Atfac
vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.
wonende te / gevestigd te Leiden
eisende partij
gemachtigde: Flanderijn & Van Eck Gerechtsdeurwaarders
t e g e n
[gedaagde]
wonende te / gevestigd te [woonplaats]
gedaagde partij
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Bij exploot van dagvaarding van 19 augustus 2025 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 357,12 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
1.2.
De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
1.3.
Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.
1.4.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eisende partij stelt dat gedaagde partij met haar een of meerdere zorgverzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet heeft gesloten. Deze overeenkomsten zijn op afstand tot stand gekomen. Eisende partij heeft de polisbladen met bijlagen bij de dagvaarding gevoegd. Op de zorgverzekeringsovereenkomst(en) zijn algemene voorwaarden van toepassing. Eisende partij heeft de algemene voorwaarden en aanvullende voorwaarden die op de verzekeringsovereenkomsten van toepassing zijn gedeponeerd bij de rechtbank. Zij stelt dat ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten, de gerechtelijke kosten en de rente geen beding in de (aanvullende) verzekeringsvoorwaarden staat.
2.2.
De vordering bestaat uit onbetaald gelaten premie basisverzekering van de maanden oktober en november 2024, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
2.3.
Nu de overeenkomst tot stand is gekomen tussen een handelaar en een consument moet ambtshalve worden getoetst aan het toepasselijke consumentenrecht.
2.4.
Ingevolge artikel 6:230h lid 2 sub b van het Burgerlijk Wetboek (BW) moet bij overeenkomsten betreffende financiële producten en financiële diensten getoetst worden aan de essentiële informatieplichten van paragraaf 1 en 6 van Afdeling 2b van Titel 5 van Boek 6 BW en of en hoe deze informatie is verstrekt op een duurzame drager. Eisende partij heeft niet toegelicht in de dagvaarding dat zij daaraan heeft voldaan. Eisende partij wordt daarom in de gelegenheid gesteld omdat alsnog te doen. De zaak wordt daartoe verwezen naar de rol.
2.5.
Eisende partij zal dit in het vervolg reeds bij de dagvaarding moeten doen. Wanneer de stukken en/of deze toelichting ontbreken, kan dat in het vervolg leiden tot afwijzing van de vordering wegens het niet voldoen aan de stelplicht.
2.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 14 oktober 2025 om 14.00 uur voor het nemen van een akte door eisende partij als hiervoor is overwogen;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mr. L. van Berkum, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 september 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter