8.7.houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Q.R.M. Falger, mr. R.H.C. Jongeneel en mr. J.T. Kruis, rechters, bijgestaan door mr. P.J. van Vliet, griffier, en in het openbaar uitgesproken op
15 oktober 2025. Bij afwezigheid van de voorzitter is dit vonnis ondertekend door de oudste rechter.
Bijlage I: de vorderingen van SOMI
Dat het de rechtbank moge behagen om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A Exclusieve belangenbehartiger
A.I SOMI aan te wijzen als exclusieve belangenbehartiger in de zin van artikel 1018e lid 1 Rv;
B Vertegenwoordiging gedupeerden
B.I Te bepalen dat SOMI in deze collectieve vordering de belangen behartigt van de navolgende nauw omschreven groepen van personen in de zin van artikel 1018e lid 2 Rv (gezamenlijk de "Gedupeerden"):
Alle natuurlijke personen met gewone verblijfplaats in Nederland die de Facebook-dienst hebben gebruikt na 25 mei 2018 ("Nauw Omschreven Groep A");
Alle natuurlijke personen met gewone verblijfplaats in Nederland van wie zich persoonsgegevens bevinden in de Gelekte Dataset ("Nauw Omschreven Groep B");
C Opt-out / Opt-in
C.I Gedaagden te bevelen om de uitspraak op grond van artikel 1018e lid 1 en 2 Rv, vergezeld van een eenvoudige samenvatting, binnen vier (4) weken na de datum van de uitspraak te plaatsen op een speciaal daarvoor in het leven te roepen webpagina, zodanig dat deze door de Gedupeerden ten behoeve van latere kennisneming kunnen worden opgeslagen;
C.II Gedaagden te bevelen om binnen vier (4) weken na de datum van de uitspraak op grond van artikel 1018e lid 1 en 2 Rv alle Gedupeerden bij e-mail en via de Facebook berichtendienst mededeling te doen van de aanwijzing van de Exclusieve Belangenbehartiger, de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de Exclusieve Belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt;
C.III Gedaagden te bevelen om binnen vier (4) weken na de datum van de uitspraak op grond van artikel 1018e lid 1 en 2 Rv aankondiging te doen van de aanwijzing van de Exclusieve Belangenbehartiger en de collectieve vordering en de nauw omschreven groep personen wier belangen de Exclusieve Belangenbehartiger in deze collectieve vordering behartigt, zulks in alle landelijke en regionale nieuwsbladen van Nederland en met een inhoud en op een wijze zoals door de rechtbank in goede justitie te bepalen na uitlating van partijen daarover;
C.IV Te bepalen dat (de wettelijk vertegenwoordiger(s) van) iedere persoon met woonplaats of verblijf in Nederland die behoort tot de groep Gedupeerden, gedurende een periode van drie (3) maanden na de aankondiging in de zin van artikel 1018f lid 3 Rv de mogelijkheid heeft om door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffie van de rechtbank te laten weten zich van de behartiging van zijn of haar belangen in deze collectieve vordering te willen bevrijden (Opt-out);
C.V Te bepalen dat (de wettelijk vertegenwoordiger(s) van) iedere persoon zonder woonplaats of verblijf in Nederland die behoort tot de groep Gedupeerden, gedurende een periode van zes (6) maanden na de aankondiging in de zin van artikel 1018f lid 3 Rv de mogelijkheid heeft om door middel van een schriftelijke mededeling aan de griffie van de rechtbank te laten weten in te stemmen met de behartiging van zijn of haar belangen in deze collectieve vordering (Opt-in);
D Verklaringen voor recht
D.I Voor recht te verklaren dat de Gedaagden, om de redenen zoals in het lichaam van deze Dagvaarding gesteld, (toerekenbaar) onrechtmatig hebben gehandeld jegens ieder lid van de Nauw Omschreven Groepen, door te handelen in strijd met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met de EU Algemene Verordening Gegevensbescherming en met het EVRM;
D.II Voor recht te verklaren dat de Gedaagden, om de redenen zoals in het lichaam van deze Dagvaarding gesteld, (toerekenbaar) onrechtmatig hebben gehandeld jegens ieder lid van de Nauw Omschreven Groepen, door handelspraktijken te verrichten die oneerlijk zijn in de zin van artikel 6:193b lid 2 onder a BW in samenhang gelezen met artikel 6:193d BW; en
D.III Voor recht te verklaren dat de Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), op grond van artikel 82 AVG en/of artikel 6:162 BW hoofdelijk aansprakelijk zijn jegens ieder lid van de Nauw Omschreven Groepen, voor de door dat lid geleden en nog te lijden schade ten gevolge van de inbreuken zoals omschreven in het lichaam van deze Dagvaarding;
E Beëindiging van de inbreuken
E.I Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), te bevelen om binnen veertien (14) dagen na het te dezen te wijzen vonnis de verwerking van persoonsgegevens van de Nauw Omschreven Groepen ten behoeve van Targeted Advertising te staken en gestaakt te houden zolang zij daarvoor geen beroep kunnen doen op een geldige grondslag in de zin van artikel 6 AVG;
E.II Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), te bevelen om binnen veertien (14) dagen na het te dezen te wijzen vonnis de doorgifte van persoonsgegevens van de Nauw Omschreven Groepen aan landen zonder passend beschermingsniveau in de zin van artikel 45 AVG, waaronder de Verenigde Staten van Amerika, te staken en gestaakt te houden;
E.III Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), te bevelen om binnen veertien (14) dagen na het te dezen te wijzen vonnis, alle leden van Nauw Omschreven Groep B zoveel mogelijk op individuele basis schriftelijk te informeren over Facebook Datalek, onder vermelding van de (mogelijke) gevolgen en risico's daarvan, en om van die informatieverschaffing binnen twee (2) weken na het informeren van de Gedupeerden schriftelijk en gedetailleerd verslag te doen aan SOMI;
F Immateriële schadevergoeding
F.I Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), hoofdelijk te veroordelen de immateriële schade van ieder lid van de Nauw Omschreven Groepen te vergoeden;
Primair
F.II De immateriële schade te begroten op:
a. a) Een bedrag van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro) per lid van Nauw Omschreven Groep A;
b) Een bedrag van € 1.000,- (zegge: duizend euro) per lid van Nauw Omschreven Groep B;
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair
F.III De immateriële schade te begroten op een bedrag of bedragen door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
Meer-subsidiair
F.IV Te bepalen dat de door de Gedupeerden geleden immateriële schade nader zal worden opgemaakt bij staat en zal worden vereffend volgens de wet;
G Materiële schadevergoeding
G.I Gedaagden, althans de als verwerkingsverantwoordelijke(n) aan te merken Gedaagde(n), hoofdelijk te veroordelen de materiële schade van ieder lid van de Nauw Omschreven Groepen te vergoeden;
Primair
G.II De materiële schade met toepassing van artikel 6:104 BW te begroten op een bedrag van € 10, (zegge: tien euro) per lid van Nauw Omschreven Groep A voor ieder kwartaal of deel van een kwartaal dat het lid van Nauw Omschreven Groep A na 25 mei 2018 een actief Facebookaccount had, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat dit onverlet laat dat de Gedupeerden individueel gerechtigd zijn tot een hogere vergoeding voor materiële schade indien op enig moment blijkt dat die hoger is;
G.III De materiële schade te begroten op een bedrag van € 47,- (zegge: zevenenveertig euro) per lid van Nauw Omschreven Groep B, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat dit onverlet laat dat de Gedupeerden individueel gerechtigd zijn tot een hogere vergoeding voor materiële schade indien op enig moment blijkt dat die hoger is;
Subsidiair
G.IV De materiële schade te begroten op een bedrag of bedragen door de rechtbank in goede justitie te bepalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat dit onverlet laat dat de Gedupeerden individueel gerechtigd zijn tot een hogere vergoeding voor materiële schade indien op enig moment blijkt dat die hoger is;
Meer-subsidiair
G.V Te bepalen dat de door de Gedupeerden geleden materiële schade nader zal worden opgemaakt bij staat en zal worden vereffend volgens de wet;
Primair
H.I Gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding aan SOMI van:
a. a) De volledige door SOMI gemaakte buitengerechtelijke kosten;
b) De redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten van SOMI, de nakosten daaronder begrepen, zulks op grond van artikel 1018l lid 2 Rv, althans artikel 237 Rv;
c) Indien of voor zover dit niet onder sub b) valt, de volledige, eventueel door SOMI aan een procesfinancier te betalen vergoeding, te vermeerderen met BTW indien van toepassing;
een en ander zoals nader te begroten op basis van door SOMI over te leggen informatie en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, zo nodig op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
d) De volledige kosten van SOMI die zij nog zal maken in verband met de uitvoering van het in deze zaak te wijzen vonnis en de afhandeling van de vaststelling en uitbetaling van de schadevergoeding en de begeleiding van en controle op dat proces, conform de in vordering J bedoelde wijze van schadeafwikkeling, te vermeerderen met BTW indien van toepassing, steeds halfjaarlijks vooraf te voldoen op basis van door SOMI vast te stellen redelijke voorschotbedragen en na afronding af te rekenen op basis van nacalculatie;
Subsidiair
H.II Te bepalen dat SOMI de kosten zoals bedoeld in vordering H.I in mindering zal mogen brengen op de door of namens haar aan de Gedupeerden uit te betalen schadevergoedingen;
I Kosten voor toekomstige belangenbehartiging
I.I Te bepalen dat SOMI op de door of namens haar uit te betalen schadevergoedingen aan de Gedupeerden een vergoeding voor door SOMI geleverde diensten in mindering mag brengen, met inbegrip van een redelijke opslag ten behoeve van (toekomstige) collectieve belangenbehartiging en van kosten voor gebruik van eigen vermogen of vreemd vermogen, zulks ter hoogte van twee procent (2%) van het totale bedrag aan schadevergoedingen;
Primair
J.I Te bepalen dat SOMI de bijstand van een onafhankelijk, betrouwbare en professionele claimafhandelaar zal inschakelen om de juiste verdeling van de door Gedaagden te betalen schadevergoedingen te verzorgen;
J.II Gedaagden hoofdelijk te veroordelen om binnen zes (6) weken na de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis aan SOMI te betalen, zulks door bijschrijving van deze bedragen op een kwaliteitsrekening van een door de claimafhandelaar aan te wijzen onafhankelijke derde, alle op grond van het in deze zaak te wijzen vonnis aan de leden van de Nauw Omschreven Groepen toegekende schadevergoedingen, uitgaande van 9.900.000 leden in Nauw Omschreven Groep A en 5.400.000 leden in Nauw Omschreven Groep Ben aldus een totaalbedrag van € 12.781.800.000,- (zegge: twaalf miljard zevenhonderdeenentachtig miljoen achthonderdduizend euro), althans een nader door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen aantal leden en/of vast te stellen bedragen;
J.III Gedaagden te bevelen volledig en onvoorwaardelijk medewerking te verlenen aan de schadeafwikkeling door de claimafhandelaar conform door de claimafhandelaar te geven instructies en aan de claimafhandelaar alle informatie te verschaffen die de claimafhandelaar relevant acht voor de uitvoering van zijn of haar taken in dat verband;
J.IV Gedaagden hoofdelijk te bevelen om de kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden van de claimafhandelaar, alsmede alle bijkomende kosten, te vermeerderen met BTW indien van toepassing, te vergoeden, steeds halfjaarlijks vooraf te voldoen op basis van de claimafhandelaar vast te stellen redelijke voorschotbedragen en na afronding af te rekenen op basis van nacalculatie;
J.V Te bepalen dat enig bedrag aan schadevergoeding dat na afhandeling van de schadeafwikkeling nog resteert en niet aan de Gedupeerden kan worden uitbetaald, door de claimafhandelaar zal worden uitgekeerd aan één of meer door SOMI aan te wijzen organisaties zonder winstoogmerk die actief zijn op het gebied van privacybescherming;
J.VI Te bepalen dat de Gedupeerden die in aanmerking wensen te komen voor betaling van schadevergoeding, daarvoor dienen in te stemmen met een bindendadviesprocedure met betrekking tot de vaststelling door de claimafhandelaar van het recht op schadevergoeding en met betrekking tot de verdeling van de schadevergoeding, waarbij een door uw rechtbank, na overleg met partijen, aan te wijzen onafhankelijke persoon met voldoende deskundigheid als bindend adviseur zal optreden;
Subsidiair
J.VII De collectieve schadeafwikkeling zodanig vorm te geven als uw rechtbank geraden acht op basis van (een) door SOMI en/of Gedaagden op grond van artikel 1018i Rv over te leggen voorstel(len) voor een collectieve schadeafwikkeling;
K Dwangsommen
K.I Gedaagden hoofdelijk te bevelen een dwangsom te betalen van € 250.000,- (zegge: tweehonderdenvijftigduizend euro) voor iedere dag (een gedeelte van een dag als een gehele gerekend) dat zij geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de bevelen op grond van vordering C.I, C.II en/of C.III en/of vordering E.I, E.II en/of E.III en/of vordering J.II, J.III en/of J.IV, met een maximum van € 100.000.000,- (zegge: honderd miljoen euro).
Bijlage II: de vorderingen van DPS
De Stichting verzoekt de Rechtbank, voor zover mogelijk bij vonnis uitvoerbaar
bij voorraad: