Uitspraak
1.Procesverloop
2.Vastgestelde feiten
3.Standpunten
Aangevoerd wordt dat betrokkene door die onrechtmatige vrijheidsberoving schade heeft geleden omdat hij van 19 tot en met 23 december tegen zijn wil in een psychiatrisch ziekenhuis moest verblijven en langdurig in onzekerheid bleef over zijn juridische positie.
Op 19 december 2024 is vanaf 17.00 uur geprobeerd om betrokkene te horen. Het gebeurt in de praktijk met enige regelmaat dat een betrokkene tijdens het uitvoeren van de hoorplicht wordt overgeplaatst van de ene naar de andere gemeente. De burgemeester verzet zich er tegen dat er door buiten hem om genomen besluit om een betrokkene over te plaatsen naar een andere gemeente hij niet meer bevoegd zou zijn om te beslissen. Daarnaast is van belang dat de burgemeester in zo’n situatie, zoals ook hier is gebeurd niet op de hoogte wordt gesteld van een overplaatsing naar een andere gemeente.
Aangaande de feitelijke gang van zaken wordt verder toegelicht dat om 17.01 uur duidelijk werd dat er later moest worden teruggebeld, om 20.03 uur kreeg men betrokkene niet te pakken en om 21.46 uur vermeldt Khonraad dat betrokkene niet aanspreekbaar was. Overigens kreeg de burgemeester van Haarlem wel al (om 20.00 u) een vermoeden dat betrokkene overgeplaatst was. Echter, wanneer de burgemeester in verband met dit hoorrecht contact zoekt, wordt er gebeld met een algemeen nummer van de GGZ en er wordt niet opgenomen met de naam van de locatie. Op 24 december 2024 om 20.03 uur werd betrokkene waarschijnlijk naar Amsterdam vervoerd. Dit staat echter niet in het episodejournaal van Khonraad. Vervolgens heeft de burgemeester een en ander overgedragen aan de loco-burgemeester en is de volgende ochtend, 20 december 2024, via de Nationale Hoorservice, die contact legt met de locatie, met betrokkene gesproken en waarvan 08.31 uur een verslag is opgenomen in Khonraad. Deze hoorservice zit niet in Haarlem en heeft contact via een 088 nummer. De Nationale Hoorservice kan ook in de nacht werken. Om 10.27 uur is de crisismaatregel door de locoburgemeester opgelegd. De tijd die tussen het horen en de beslissing zit, was om de stukken te bestuderen. De locoburgemeester wist niet dat betrokkene was overgeplaatst en geeft aan dat er geen aanleiding was om dat te denken.
Namens de burgemeester wordt verder aangevoerd dat het juist is dat het lang heeft geduurd voordat de crisismaatregel was opgelegd, maar dat juist het grote belang van het hoorrecht voor hem doorslaggevend was. Tenslotte bepleit de burgmeester dat hij niet aan een termijn is gebonden. Deze termijn geldt voor de verplichte zorg zoals genoemd in art. 7:3 Wvggz, voor welk gedeelte van de uitvoering de Burgemeester niet verantwoordelijk gehouden kan worden. De burgemeester moet wel zo spoedig mogelijk een crisismaatregel nemen en dat is ook gebeurd. Voorts wordt verzocht om een uitspraak te doen over art. 7:1 lid 1 van de WvGGz.
4.Beoordeling
Niet kan worden vastgesteld of er door of namens de ingeschakelde zorgverantwoordelijke aan de burgemeester is doorgegeven dat betrokkene naar een andere gemeente is overgeplaatst (en dat er dan dus door een andere burgemeester moet worden beslist). Uit de toelichting van de geneesheer-directeur valt op te maken dat in deze zaak kennelijk niet uit Khonraad opgemaakt kon worden dat betrokkene naar een andere gemeente was overgeplaatst.
5.Beslissing
.