ECLI:NL:RBAMS:2025:7544
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot vaststelling compensatiebedrag in het kader van de Toeslagenaffaire en de verplichting tot verstrekking van het persoonlijk dossier
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 14 oktober 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Dienst Toeslagen behandeld. Eiseres, een erkend gedupeerde van de Toeslagenaffaire, heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van het compensatiebedrag dat haar is toegekend. Dit bedrag is vastgesteld op € 178.669,- na een eerdere toekenning van € 173.986,-. Eiseres stelt dat het besluit niet rechtmatig is omdat haar persoonlijk dossier niet is verstrekt, wat haar procespositie zou schaden. De rechtbank beoordeelt of het bestreden besluit in stand kan blijven aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het besluit op juiste gronden is genomen. Verweerder was niet verplicht om het persoonlijke dossier van eiseres te verstrekken, maar heeft wel de relevante stukken die aan het besluit ten grondslag liggen overgelegd, in overeenstemming met artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank legt uit dat de stukken die verweerder heeft overgelegd voldoende zijn en dat er geen inbreuk is op de rechten van eiseres, zoals vastgelegd in artikel 6 van het EVRM. De rechtbank wijst erop dat eiseres geen gronden heeft aangevoerd tegen de hoogte van het compensatiebedrag zelf, en dat de argumenten over het persoonlijk dossier niet opwegen tegen de wettelijke verplichtingen van verweerder.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een goede procesorde en de grenzen van de informatieverplichting van de verweerder. Eiseres krijgt geen terugbetaling van het griffierecht en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en biedt informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep.