ECLI:NL:RBAMS:2025:7773

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
AMS 25/5644, 25/5749, 25/5756, 25/5759 en 25/5762
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening sluiting panden De Pizzabakkers door burgemeester Amsterdam

Op 22 oktober 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin De Eilanders Restaurants B.V., exploitant van de pizzarestaurants ‘De Pizzabakkers’, een voorlopige voorziening heeft aangevraagd tegen de sluiting van vier van haar panden door de burgemeester van Amsterdam. De burgemeester had deze panden gesloten voor de duur van zes maanden na een reeks geweldsincidenten in de nabijheid van de restaurants. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de sluiting van de panden Plantage Kerklaan en Haarlemmerdijk voorlopig moet worden opgeheven, omdat er onvoldoende bewijs was dat deze panden een direct gevaar voor de openbare orde vormden. De sluiting van de panden Overtoom en Plantage Kerklaan (kantoor en to-go) is echter gehandhaafd, omdat de burgemeester voldoende redenen had om te vrezen voor herhaling van de incidenten. De voorzieningenrechter heeft de burgemeester ook veroordeeld tot het vergoeden van griffierechten en proceskosten aan verzoekster, omdat deze in het gelijk is gesteld voor de twee panden waarvan de sluiting is geschorst. De uitspraak benadrukt de afweging tussen de belangen van de openbare orde en de economische belangen van de ondernemer.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 25/5644, 25/5749, 25/5756, 25/5759 en 25/5762
uitspraak van de voorzieningenrechter van woensdag 22 oktober 2025 in de zaak tussen

De Eilanders Restaurants B.V., te Amsterdam, verzoekster

(gemachtigde: mr. G.L.M. Teeuwen),
en

de burgemeester van Amsterdam

(gemachtigden: mr. M. Kappelhof en mr. M. Utlu).

Samenvatting

1.1.
Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de sluiting van vier panden van verzoekster, waarin vestigingen van het restaurant
‘de Pizzabakkers’ en het kantoor van verzoekster zijn gevestigd. De burgemeester heeft deze panden gesloten voor de duur van zes maanden. Deze uitspraak gaat ook over de besluiten van de burgemeester om deze panden niet te heropenen.
1.2.
Verzoekster is het niet eens met de sluiting van de vier panden. Zij is het ook niet eens met de weigering van de burgemeester om de panden te heropenen. Verzoekster verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan.
1.3.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek ten aanzien van de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] toe en treft de voorlopige voorzieningen dat de besluiten tot sluiting van deze panden zijn geschorst tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter wijst het verzoek ten aanzien van de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] af. De voorzieningenrechter oordeelt daarom niet meer over de heropeningsverzoeken. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2.1.
Verzoekster exploiteert pizzarestaurants onder de naam ‘De Pizzabakkers’. Zij hebben 36 vestigingen door heel Nederland, waarvan negen in Amsterdam. Vier van deze panden zijn in eigendom van de oprichters zelf, namelijk:
  • Plantage Kerklaan [huisnummer] ;
  • Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] ;
  • Haarlemmerdijk [huisnummer] ;
  • Overtoom [huisnummer] .
De panden Plantage Kerklaan [huisnummer] , Haarlemmerdijk [huisnummer] en de Overtoom [huisnummer] zijn restaurants. Het pand Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] is een kantoor en een pizza to-go restaurant.
2.2.
Sinds 29 augustus 2025 zijn er een aantal incidenten geweest bij deze panden of incidenten waarvan wordt vermoed dat het eigenlijke doelwit van deze incidenten een restaurant van verzoekster is geweest. De volgende incidenten zijn voorgevallen:
  • 29 augustus 2025: explosie bij het pand Plantage Kerklaan [huisnummer] ;
  • 31 augustus 2025: explosie bij een nabijgelegen pand Overtoom (een mogelijke vergisexplosie);
  • 1 september 2025: explosie bij het pand Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] ;
  • 2 september 2025: explosie bij een pand Plantage Kerklaan 24 (in het bezit van een ander bedrijf; ook een mogelijke vergisexplosie);
  • 3 september 2025: een verijdelde explosie en aanhouding van een verdachte bij het pand Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] ;
  • 12 september 2025: explosie bij het pand Overtoom [huisnummer] .
2.3.
Naar aanleiding van deze incidenten heeft de burgemeester op 12 september 2025 besloten de vier onder 2.1 genoemde panden van verzoekster onmiddellijk te sluiten voor de duur van zes maanden, dus tot en met 12 maart 2026. De burgemeester heeft daartoe kortgezegd overwogen dat het woon- en leefklimaat ernstig is aangetast, dat de openbare orde ernstig is verstoord en dat de kans op herhaling groot wordt geacht. De burgemeester heeft verder overwogen dat de veiligheid van omwonenden ernstig in gevaar is. Er is sprake van angst en onrust in de buurt. Volgens de burgemeester is de maatregel om de panden te sluiten een geschikt middel. Minder vergaande maatregelen, zoals het instellen van cameratoezicht en beveiligingsmaatregelen, zijn niet geschikt gebleken om herhaling te voorkomen. De burgemeester vindt de maatregel ook evenwichtig. Er is namelijk sprake van veel schade en de kans op herhaling is reëel. De burgemeester heeft de sluiting van de panden ook evenredig geacht. Het belang van de openbare ordeverstoring en het reële risico op herhaling weegt volgens de burgemeester zwaarder dan het belang van verzoekster en van de pandeigenaar.
2.4.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de burgemeester om de vier panden voor de duur van zes maanden te sluiten. Zij heeft daarbij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Deze zaak is bij de rechtbank bekend onder zaaknummer AMS 25/5644.
2.5.
Op 25 september 2025 heeft verzoekster bij de burgemeester verzoeken tot opheffing van de sluiting van de vier panden (een heropeningsverzoek) ingediend. Verzoekster heeft daarbij onder meer aangegeven dat zij verschillende maatregelen zal treffen om nieuwe verstoringen van de openbare orde te voorkomen.
2.6.
Op 8 oktober 2025 heeft de burgemeester deze heropeningsverzoeken afgewezen. De burgemeester heeft daartoe kortgezegd overwogen dat het politieonderzoek nog volop gaande is. De politie acht het risico op herhaling nog steeds aanzienlijk. De burgemeester weegt in het bijzonder mee dat er recentelijk nog incidenten zijn geweest. Op
27 september 2025 is er namelijk een explosie geweest bij een leegstaande woning die op naam staat van één van de eigenaren en op 30 september 2025 is er een verdachte situatie geweest op het woonadres van één van de eigenaren. Volgens de burgemeester verzet het belang van de bescherming van de openbare orde zich op dit moment nog steeds tegen heropening van de panden.
2.7.
Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de burgemeester om niet over te gaan tot heropening van de vier panden. Zij heeft daarbij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. Deze verzoeken om een voorlopige voorziening zijn bekend onder de volgende zaaknummers:
  • Plantage Kerklaan [huisnummer] staat geregistreerd onder zaaknummer AMS 25/5762;
  • Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] staat geregistreerd onder zaaknummer AMS 25/5749;
  • Haarlemmerdijk [huisnummer] staat geregistreerd onder zaaknummer AMS 25/5756;
  • Overtoom [huisnummer] staat geregistreerd onder zaaknummer AMS 25/5759.
2.8.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken in alle zaken op 15 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigde van verzoekster en de gemachtigden van de burgemeester deelgenomen. Tevens waren [naam 1] , [naam 2] (beide eigenaren van verzoekster) en [naam 3] (financieel adviseur van verzoekster) aanwezig.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3.1.
De voorzieningenrechter beoordeelt of een voorlopige voorziening moet worden getroffen. De voorzieningenrechter treft alleen een voorlopige voorziening als onverwijlde spoed dat vereist [1] . Hij beoordeelt hierbij of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft en weegt daarbij zo nodig de belangen van beide partijen af. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3.2.
De voorzieningenrechter zal zich in deze uitspraak allereerst buigen over de vraag of sluiting voor een periode van zes maanden een onevenredig bezwarende termijn is. De voorzieningenrechter zal daarna voor alle panden afzonderlijk beoordelen of sluiting van die panden (nog steeds) passend en evenredig is.
Beoordelingskader
4. De burgemeester kan op grond van artikel 2.10, eerste lid, onder e, van de Algemene plaatselijke verordening Amsterdam (APV) sluiting van een pand bevelen als zich feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van dat pand ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde. Dit is in de Beleidsregels sluiting en heropeningen Amsterdam (de Beleidsregels) nader uitgewerkt. Bij een ernstig gevaar voor de openbare orde kan gedacht worden aan schietincidenten gericht op, in of in de directe nabijheid van het pand, maar ook aan het neerleggen van explosieven of brandstichting voor, in of in de nabijheid van het pand. Bij geweld van buitenaf geldt het uitgangspunt dat als kan worden uitgesloten dat het incident op enige wijze verband houdt met de wijze van bedrijfsvoering, er in beginsel van een sluiting wordt afgezien. [2] Panden met publiek toegankelijke en niet publiek toegankelijke inrichtingen en lokalen worden in principe voor zes maanden gesloten. Doorgaans is een sluitingsduur van zes maanden noodzakelijk in verband met de signaalwerking richting de samenleving, de veiligheidsgevoelens van omwonenden en het doorbreken van een loop naar de inrichting. [3]
Termijn van zes maanden
5.1.
Verzoekster voert aan dat de termijn van sluiting van zes maanden een onevenredig bezwarende termijn is. Door sluiting van de panden van zes maanden zal verzoekster binnen korte tijd failliet gaan. Meer passend zou zijn om een sluiting voor de duur van enige weken te bevelen en na die termijn de situatie te herbeoordelen. Volgens verzoekster biedt dit haar meer perspectief en doet dit meer recht aan alle betrokken belangen. Verzoekster heeft ter onderbouwing van dat standpunt een liquiditeitsprognose van haar accountant overgelegd. Daaruit blijkt dat de liquiditeit van de onderneming aan het einde van deze maand zodanig slecht zal zijn dat niet langer aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan. Faillissement is dan het meest waarschijnlijke gevolg. Er is echter geen compensatie geboden voor de sluiting. Verder heeft verzoekster benadrukt dat niet is gebleken van verbanden tussen haar en het criminele milieu en dat zij de dupe wordt van crimineel handelen, terwijl zij juist hulp van de burgemeester nodig heeft. Verzoekster voelt zich gedwongen in een positie waarin zij juist haar onschuld zou moeten bewijzen.
5.2.
De voorzieningenrechter merkt ten aanzien van dit punt allereerst op dat het sluiten van panden een preventieve maatregel is waartoe de burgemeester kan overgaan om meer incidenten in de toekomst te voorkomen. Een situatie waarin een pand is gesloten brengt veel onzekerheden met zich mee. Of een sluiting kan worden opgeheven is namelijk afhankelijk van wat er in de toekomst zal gebeuren. Dat de burgemeester een termijn koppelt aan de sluiting is dan ook niet onredelijk. Als er in de toekomst meer incidenten plaatsvinden of als er geen doorbraak komt in een politieonderzoek (zoals in het geval van verzoekster), kan sluiting (in veel gevallen) nog steeds op zijn plaats blijken.
5.3.
De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat verzoekster door de sluiting in een lastige en onzekere (financiële) situatie is gekomen waarbij concrete betalingsproblemen voor haar aanstaande zijn. De gemachtigde van de burgemeester heeft op de zitting ook verklaard daar niet aan te twijfelen.
5.4.
Verzoekster heeft op de zitting verder verwezen naar de recente uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 3 oktober 2025 [4] , waarin de sluitingsduur van een pand van zes maanden werd verkort naar drie maanden. De burgemeester heeft daarop gereageerd en gesteld dat die uitspraak op zich niet noopt tot een aanpassing van het beleid. Verzoekster benadrukt vooral dat haar situatie een andere is dan in die zaak aan de orde en dat gekozen zou moeten worden voor een kortere termijn dan zes en zelfs drie maanden.
5.5.
De voorzieningenrechter zal zich daarom richten op de vraag of de gevolgen van een sluiting in het specifieke geval van verzoekster wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot het doel van de sluiting. Daarbij hoort ook de vraag of de gekozen sluitingsduur gelet op alle feiten en omstandigheden passend en evenredig is. [5] De voorzieningenrechter zal hierna per pand nagaan of sluiting van zes maanden passend en evenredig is.
Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go]
6.1.
Bij het pand Overtoom [huisnummer] is op 12 september 2025 een explosie geweest. Bij het pand Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] is op 1 september 2025 een explosie geweest en op
3 september 2025 is daar, door het cameratoezicht, een explosie voorkomen en een verdachte opgepakt.
6.2.
Ten aanzien van deze panden is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester tot sluiting mocht overgaan. De voorzieningenrechter kan volgen dat de burgemeester het belang van bescherming van de openbare orde zwaarder heeft laten wegen dan de belangen van verzoekster. De voorzieningenrechter acht het daarbij van belang dat er recentelijk nog incidenten zijn geweest die (mogelijk) zijn te linken aan verzoekster, namelijk de incidenten op 27 september 2025 en 30 september 2025. Daaruit volgt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat inderdaad gesteld kan worden dat de vrees voor herhaling nog steeds gegrond is. Dat geldt zelfs indien de stelling van verzoekster dat één van die twee incidenten een kwajongensstreek is geweest enige grond zou hebben.
6.3.
Gelet op het voorgaande ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om ten aanzien van de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] enige voorlopige voorziening te treffen.
Haarlemmerdijk [huisnummer]
7.1.
Bij het pand Haarlemmerdijk [huisnummer] is geen explosie of ander incident geweest. De burgemeester is toch overgegaan tot sluiting van ook dat pand, omdat de panden toebehoren tot dezelfde eigenaar en gezien het patroon van de (ernstige) incidenten mag worden aangenomen dat ook dat pand mogelijk doelwit is van met verzoekster verband houdende geweldsincidenten. Dat deze vestiging nog niet getroffen is, biedt geen garantie dat dit in de toekomst niet zal gaan gebeuren, aldus de burgemeester.
7.2.
Verzoekster voert aan dat, nu zich bij het pand Haarlemmerdijk [huisnummer] geen incident heeft voorgedaan, de burgemeester het pand niet had kunnen sluiten. Er is bij dat pand namelijk geen aantasting geweest van de veiligheid en de openbare orde. Verzoekster wijst er verder op dat sluiting van elk van de panden grote financiële gevolgen voor haar heeft.
7.3.
De voorzieningenrechter overweegt hiertoe als volgt. Ook als een pandgerelateerde concrete en feitelijke onderbouwing van schending van de openbare orde ontbreekt, wil dat nog niet zeggen dat de burgemeester niet bevoegd was om tot die sluiting over te gaan. Met betrekking tot dit pand is de voorzieningenrechter echter van oordeel dat, gelet op het feit dat er geen explosie of ander incident is geweest, de burgemeester onvoldoende heeft onderbouwd dat voortduring van sluiting van dit pand nog noodzakelijk is om de openbare orde te beschermen. Daarin neemt de voorzieningenrechter mee dat bij verzoekster geen sprake is van antecedenten en dat verzoekster heeft aangegeven aanvullende beveiligingsmaatregelen te zullen nemen. Overleg daarover en afspraken met de burgemeester en de politie kunnen daarbij ook extra veiligheid bieden. Verzoekster heeft zich daartoe uitdrukkelijk bereid verklaard.
7.4.
Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter het besluit tot het sluiten van het pand Haarlemmerdijk [huisnummer] schorsen tot vier weken na de beslissing op bezwaar.
Plantage Kerklaan [huisnummer]
8.1.
Bij het pand Plantage Kerklaan [huisnummer] is op 29 augustus 2025 een explosie geweest, waarna een brand is ontstaan. Deze brand heeft het pand zodanig beschadigd dat het pand gedurende een aantal maanden hersteld moet worden, voordat het pand weer open kan gaan als pizzarestaurant.
8.2.
Verzoekster voert aan dat sluiting van dit pand geen enkel doel dient, nu dit pand niet kan worden gebruikt als pizzarestaurant. Verzoekster verzoekt daarom de sluiting van dit pand te schorsen in afwachting van de te nemen beslissing op bezwaar. Ook ten aanzien van dit pand wijst verzoekster op de grote financiële gevolgen die de sluiting voor haar heeft.
8.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat een juridische sluiting op grond van de openbare orde andere gevolgen heeft dan een fysieke sluiting wegens brandschade. Dat hier concreet sprake is van een dusdanige meerwaarde van de juridische sluiting boven een feitelijke sluiting dat die sluiting dient voort te duren, is echter gesteld noch gebleken. In beide gevallen wordt het pand niet gebruikt als publiek toegankelijke inrichting. De voorzieningenrechter is dan ook van oordeel dat, gelet daarop, het financiële belang van verzoekster zwaarder moet wegen dan het belang van de burgemeester om de openbare orde te beschermen. De voorzieningenrechter neemt hierin wederom mee dat bij verzoekster geen sprake is van antecedenten en dat zij heeft aangegeven aanvullende beveiligingsmaatregelen te zullen nemen. De voorzieningenrechter gaat er van uit dat verzoekster hierover overleg voert met de politie en de burgemeester.
8.4.
Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter ook het besluit tot het sluiten van het pand Plantage Kerklaan [huisnummer] schorsen tot vier weken na de beslissing op bezwaar.
Heropeningsverzoeken
9.1.
Over de verzoeken om een voorlopige voorziening die zijn ingediend tegen de afwijzing van de heropeningsverzoeken, overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Met betrekking tot de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] heeft de voorzieningenrechter het oorspronkelijke besluit tot sluiting geschorst. In die zaken is het dus niet nodig om te oordelen over de heropeningsverzoeken.
9.2.
Met betrekking tot de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] kan, gelet op hetgeen in 6.1, 6.2 en 6.3 is overwogen, naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment nog niet worden gezegd dat de panden heropend kunnen worden. De voorzieningenrechter zal het verzoek om een voorlopige voorziening in die heropeningsverzoeken dan ook afwijzen.

Conclusie en gevolgen

10.1.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek met betrekking tot de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] toe en treft de voorlopige voorziening dat de besluiten van 12 september 2025 tot sluiting van deze panden met onmiddellijke ingang zijn geschorst tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar.
10.2.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek met betrekking tot de sluiting van de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] af.
10.3.
De voorzieningenrechter wijst alle verzoeken om een voorlopige voorziening ten aanzien van de heropeningsverzoeken af. Een beslissing op deze verzoeken is met betrekking tot de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] niet meer nodig, gelet op de beslissing in het andere verzoek om een voorlopige voorziening. Met betrekking tot de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] wijst de voorzieningenrechter het verzoek inhoudelijk af.
10.4.
De voorzieningenrechter kent verzoekster wel een proceskostenvergoeding toe voor het indienen van het verzoekschrift, omdat gebleken is dat zij wel terecht een verzoek heeft ingediend gelet op de beslissing ten aanzien van de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] .
10.5.
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek (deels) toewijst moet de burgemeester het griffierecht aan verzoekster vergoeden. Verzoekster heeft twee keer griffierecht betaald, éénmaal in de zaak met zaaknummer AMS 25/5644 en éénmaal in de zaken met zaaknummers AMS 25/5749, 25/5756, 25/5759 en 25/5762, omdat deze zijn aangemerkt als samenhangende zaken.
10.6.
Verzoekster krijgt ook een vergoeding van haar proceskosten. De burgemeester moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft in de zaak met zaaknummer AMS 25/5644 en in de zaken met zaaknummers AMS 25/5749, 25/5756, 25/5759 en 25/5762 een verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. De voorzieningenrechter telt de twee verzoekschriften als twee proceshandelingen en de deelname aan de zitting als één proceshandeling. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 907,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 2.721,-.

Beslissing

De voorzieningenrechter, in de zaak geregistreerd onder zaaknummer AMS 25/5644:
  • schorst het besluit tot sluiting van de panden Plantage Kerklaan [huisnummer] en Haarlemmerdijk [huisnummer] tot vier weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
  • wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen ten aanzien van de panden Overtoom [huisnummer] en Plantage Kerklaan [huisnummer kantoor en to-go] af;
  • bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 385,- aan verzoekster moet vergoeden;
  • veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan verzoekster.
De voorzieningenrechter, in de zaken geregistreerd onder zaaknummers AMS 25/5749, 25/5756, 25/5759 en 25/5762:
  • wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af;
  • bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 385,- aan verzoekster moet vergoeden;
  • veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 907,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I.G.A. Karregat, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Zie hoofdstuk 3, paragraaf 3.5. van de Beleidsregels.
3.Zie par. 1.6.2 van de Beleidsregels.
4.Met zaaknummer AMS 25/5288.
5.Zie par. 1.4, 1.5 en 1.6.2 van de Beleidsregels. Zie voor een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de evenredigheid van de sluitingsduur de uitspraak van 2 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2879.