ECLI:NL:RBAMS:2025:7815

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 oktober 2025
Publicatiedatum
23 oktober 2025
Zaaknummer
KK25-539
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming in verband met overlast en oneerlijk proceskostenbeding in huurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 oktober 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Ymere en een gedaagde die niet is verschenen. Ymere vorderde de ontruiming van een woning vanwege overlast veroorzaakt door de gedaagde. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming gegrond was, aangezien de gedaagde niet was verschenen en de overlast niet onrechtmatig of ongegrond leek. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, maar de kosten voor de ontruiming werden niet toegewezen, omdat deze pas na de uitspraak zouden ontstaan en de omvang nog niet vaststond.

Daarnaast heeft Ymere haar eis vermeerderd met betrekking tot een huurachterstand, maar deze werd afgewezen omdat de gedaagde niet in het geding was verschenen en de vermeerdering niet op de juiste wijze was bekendgemaakt. De kantonrechter heeft ook de proceskosten beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat er sprake was van een overeenkomst tussen een handelaar (Ymere) en een consument (gedaagde). Een beding in de algemene voorwaarden van Ymere met betrekking tot proceskosten werd voorlopig als oneerlijk aangemerkt, omdat het de consument onevenredig benadeelde. De kantonrechter besloot om de proceskosten volgens het gebruikelijke liquidatietarief toe te wijzen, in afwachting van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie over de rechtmatigheid van het beding.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om binnen 14 dagen de woning te ontruimen en de sleutels aan Ymere te overhandigen, met de mogelijkheid dat de ontruiming door een deurwaarder kan worden uitgevoerd. Tevens zijn de kosten van het geding vastgesteld en is de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 11837857 KK EXPL 25-539
vonnis van: 21 oktober 2025
func.: 94

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

Stichting Ymere

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. H.M.G. Brunklaus
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
niet verschenen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 19 augustus 2025 met producties heeft Ymere een voorziening gevorderd.
Ymere heeft ten behoeve van de mondelinge behandeling producties ingestuurd en haar eis vermeerderd.
Ter terechtzitting van 14 oktober 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ymere is verschenen bij [naam] en bijgestaan door haar gemachtigde. [gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Vordering

1. Ymere vordert bij dagvaarding veroordeling van [gedaagde] tot ontruiming van de woning aan de [adres] , met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
2. Nu [gedaagde] niet is verschenen en de vordering tot ontruiming, die is gebaseerd op de door haar veroorzaakte overlast, de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wordt deze toegewezen. De vordering ter zake van de ontruimingskosten is niet toewijsbaar. Het betreft hier kosten die pas na de uitspraak ontstaan en waarvan de omvang en de verschuldigdheid thans nog niet vast staan. Na te melden ontruimingstermijn komt redelijk voor.
3. Ymere heeft haar eis vermeerderd. Deze vermeerdering van eis die betrekking heeft op de betaling van de huurachterstand zal worden afgewezen. [gedaagde] is niet in het geding verschenen en Ymere heeft de vermeerdering van eis niet bij exploot aan [gedaagde] bekend gemaakt.
4. Ten aanzien van de proceskosten oordeelt de kantonrechter als volgt. Vooropgesteld wordt dat hier sprake is van overeenkomst aangegaan tussen een handelaar, Ymere, en een consument, [gedaagde] . Dit betekent dat de overeenkomst en de algemene bepalingen ambtshalve, dus ook als partijen daar niet om hebben gevraagd, door de kantonrechter getoetst moeten worden aan het consumentenrecht.
5. In de Algemene voorwaarden staat met betrekking tot de gerechtelijke- en/of buitengerechtelijke kosten het volgende beding vermeld:
Artikel 11
Als de huurder in gebreke blijft in de nakoming van enige verplichting die ingevolge de wet en/of deze overeenkomst op hem rust en daardoor gerechtelijke en/of buitengerechtelijke maatregelen moeten worden genomen, komen alle daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van de huurder.
6. Dit artikel wordt voorlopig als oneerlijk aangemerkt omdat het bepaalt dat
alle gerechtelijke kostenvoor rekening van de consument komen, terwijl de vergoeding voor de kosten van de gemachtigde in beginsel hooguit conform het liquidatietarief toewijsbaar zou zijn. Ymere kan op grond van deze bepaling meer dan de forfaitaire kosten in rekening brengen, waarmee het evenwicht tussen partijen aanzienlijk is verstoord. De Hoge Raad heeft op 4 juli 2025 (ECLI:NL:HR:2025:1081) de prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gesteld, kort gezegd, of een consument met toepassing van artikel 237 Rv kan worden veroordeeld in de proceskosten na vernietiging van het oneerlijke proceskostenbeding. Zolang deze vraag niet is beantwoord en Ymere voorts, naar onweersproken ter zitting is verklaard, deze oneerlijke bepaling in 2024 uit haar Algemene Voorwaarden heeft verwijderd en daarmee tegemoet komt aan de bedoeling van de Richtlijn oneerlijke bedingen om oneerlijke bedingen uit overeenkomsten met consumenten te krijgen, acht de kantonrechter het geheel achterwege laten van een proceskostenveroordeling in deze zaak niet aangewezen. De proceskosten zullen dan ook volgens het gebruikelijke liquidatietarief worden toegewezen

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te ontruimen en te verlaten en door overgave van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Ymere te stellen, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Ymere begroot op:
dagvaardingen € 145,45
salaris € 543,00
griffierecht € 135,00
-----------------
totaal € 823,45
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 67,50 aan nasalaris indien [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.