Op 6 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Geislingen an der Steige in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Syrië, die momenteel gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op 23 oktober 2025 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, aanwezig was, evenals de opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. L.J.H. Kortz. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.
Het EAB is uitgevaardigd op 8 april 2025 en betreft een vrijheidsstraf van drie jaren en zes maanden voor illegale handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft ook de medische omstandigheden van de opgeëiste persoon in overweging genomen, maar geen aanleiding gezien om garanties te vragen over de medische zorg in Duitsland. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan, waarbij de opgeëiste persoon naar Duitsland zal worden overgeleverd voor de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 29, tweede lid, OLW. De relevante wetsbepalingen zijn onder andere de artikelen 47 en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 5 en 7 van de OLW.