ECLI:NL:RBAMS:2025:9019

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
13-192255-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel na intrekking door Duitsland

Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Duitse autoriteiten. De officier van justitie had op 14 augustus 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van het EAB, dat op 14 mei 2025 was uitgevaardigd door het Frankfurt am Main District Court. De opgeëiste persoon, geboren in 1961, was niet aanwezig tijdens de zitting op 25 september 2025, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. R. van den Boogert. Tijdens deze zitting heeft de rechtbank de termijn voor uitspraak verlengd en de gevangenhouding bevolen.

Op de uitspraakzitting van 9 oktober 2025 heeft de officier van justitie meegedeeld dat het EAB was ingetrokken door de uitvaardigende justitiële autoriteit, omdat het aan het EAB ten grondslag liggende nationale aanhoudingsbevel was ingetrokken. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering tot behandeling van het EAB, aangezien het EAB niet langer geldig was. De rechtbank heeft de (geschorste) overleveringsdetentie opgeheven. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. O.P.M. Fruytier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-192255-25
Datum uitspraak: 9 oktober 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 14 augustus 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 mei 2025 door
the Frankfurt am Main District Court,Duitsland, (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[de opgeëiste persoon] ,
geboren op [geboortedag] 1961 in [geboorteplaats] ,
inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

Zitting 25 september 2025
De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 25 september 2025, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is niet verschenen, maar is vertegenwoordigd door zijn daartoe door hem gemachtigde raadsman, mr. R. van den Boogert, advocaat in Rotterdam.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]
Ook heeft de rechtbank voor sluiting van het onderzoek ter zitting de gevangenhouding bevolen.
Zitting 9 oktober 2025
De rechtbank heeft de behandeling van het EAB op de uitspraakzitting van 9 oktober 2025 enkelvoudig heropend en weer gesloten. De rechtbank heeft vervolgens uitspraak gedaan.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Nederlandse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een
pre-trial arrest warrant of Frankfurt am Main District Courtvan 14 mei 2025 met referentienummer:
940 Ls 5860 Js 217738/22.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Op de uitsprakenzitting van 9 oktober 2025 heeft de officier van justitie meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit bij e-mail van 8 oktober 2025 het EAB heeft ingetrokken, omdat het aan dat EAB ten grondslag liggende nationaal aanhoudingsbevel is ingetrokken. De officier van justitie heeft zich daarom op het standpunt gesteld dat hij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat hij niet kan worden ontvangen in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat het EAB inmiddels is ingetrokken.

5.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie niet-ontvankelijk in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
HEFT OPde (geschorste) overleveringsdetentie.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter,
mrs. M. Westerman en M. Scheeper, rechters,
in tegenwoordigheid van M.L. Kole, griffier.
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 9 oktober 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.