Deze uitspraak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de ambtshalve uitschrijving van verzoekster en haar zoon uit de Basisregistratie Personen (Brp) door het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen. Verzoekster is het niet eens met deze uitschrijving, die is gebaseerd op het feit dat zij en haar zoon al langer dan acht maanden in Servië verblijven zonder aangifte van vertrek te hebben gedaan. De voorzieningenrechter heeft op 2 december 2025 geoordeeld dat het belang van de zoon om toegang te behouden tot de Nederlandse zorg zwaarder weegt dan het belang van het college bij de registratie van gegevens in de Brp. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en de uitschrijving uit de Brp geschorst tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat verzoekster en haar zoon met terugwerkende kracht weer ingeschreven worden in de Brp. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat het college het griffierecht en de proceskosten aan verzoekster moet vergoeden.