Op 12 juni 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam een ISD-maatregel opgelegd aan een veroordeelde, geboren in 1979, voor de duur van twee jaren. Op 22 oktober 2025 vond een tussentijdse toetsing plaats, waarbij de rechtbank de officier van justitie, de veroordeelde, haar raadsvrouw en deskundigen hoorde. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder eerdere vonnissen en rapporten over de voortgang van de behandeling van de veroordeelde. De behandeling op de Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) is nog niet afgerond, en er zijn zorgen over het recidiverisico bij beëindiging van de ISD-maatregel. De deskundige adviseert om de maatregel voort te zetten, terwijl de raadsvrouw van de veroordeelde pleit voor beëindiging, omdat er geen vooruitgang zou zijn. De officier van justitie benadrukt de noodzaak van de maatregel voor de bescherming van de maatschappij. De rechtbank concludeert dat voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is om onveiligheid en drugsoverlast te voorkomen. De rechtbank vertrouwt op de motivatie van de veroordeelde om de volgende stappen in haar behandeling te zetten.