Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Osnabrück, Duitsland, op 10 oktober 2025 en betreft:
Rechtbank Amsterdam
Op 13 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenbeslissing genomen in een zaak betreffende de vordering ex artikel 14, derde lid, van de Overleveringswet (OLW). Deze vordering was ingediend door de officier van justitie op 4 november 2025 en betreft een verzoek van Duitsland om toestemming te verlenen voor uitbreiding van de vervolging van een overgeleverde persoon, geboren in 1998 en momenteel gedetineerd in zijn geboorteland. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het verdedigingsrecht van de overgeleverde persoon mogelijk niet volledig is geëerbiedigd. De advocaat van de overgeleverde persoon heeft aangegeven dat er aanzienlijke bezwaren zijn en dat hij geen inzage heeft gekregen in de relevante dossiers, wat de mogelijkheid om een gedetailleerde verklaring af te leggen heeft bemoeilijkt. De rechtbank heeft daarom de officier van justitie verzocht om aan de uitvaardigende justitiële autoriteit te vragen of de advocaat alsnog inzage kan krijgen in de dossiers. De beslissing op het verzoek om aanvullende toestemming is aangehouden in afwachting van de beantwoording van deze vragen.