In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 september 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 30 oktober 2024 in Amsterdam een diefstal heeft gepleegd van 164,35 euro bij een Albert Heijn supermarkt. De verdachte heeft daarbij geweld gebruikt door een slachtoffer te duwen en een mes te tonen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij de officier van justitie, mr. P. de Haas, de vordering tenlastelegging heeft gepresenteerd en de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. S. Ettalhaoui, zijn verdediging heeft gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld, waarbij de bekennende verklaring van de verdachte, de aangifte en camerabeelden als bewijs zijn gebruikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, rekening houdend met de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers. De rechtbank heeft ook gekeken naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn strafblad, waaruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van vier maanden had geëist, verhoogd vanwege de geweldshandelingen en de mogelijke gevolgen daarvan voor het slachtoffer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.