Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 101523/ HA ZA 03-1084
Datum uitspraak: 22 september 2004
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CONBIT ENGINEERING B.V.,
gevestigd te Eindhoven, kantoorhoudende te Best,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. J. Van Dijkhuizen te Arnhem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEISURE ENGINEERING B.V.,
statutair gevestigd te Venray, kantoorhoudende te Malden, gemeente Heumen,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. J.M.J. Huver,
advocaat mr. L.J.M.G. Kunzeler te Arnhem,
Partijen worden hierna Conbit en Leisure genoemd.
Het verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot het vonnis van 15 oktober 2003 verwijst de rechtbank naar dat vonnis.
Zijdens Conbit is vervolgens geantwoord in reconventie. Voorafgaande aan de - aanvankelijk in januari 2004 geplande - comparitie zijn zijdens Conbit de drie in de conclusie van antwoord in reconventie genoemde ordners met stukken aangeduid als Bijlage A, B en C aan Leisure alsmede aan de rechtbank toegezonden.
Ter uitvoering van voornoemd tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden op 29 maart 2004. Kort voor de comparitie heeft mr. Huver voor mr. Kunzeler de rechtbank een akte niet in staat toegezonden.
Het proces-verbaal van de comparitie bevindt zich bij de stukken.
Vervolgens is vonnis bepaald.
Tot de stukken behoren tevens een brief van mr. Kunzeler aan de rechtbank d.d. 16 januari 2004 met daarbij gevoegd een productie genummerd als bijlage 13 en een brief van Conbit aan mr. Van Dijkhuizen d.d. 12 januari 2004 met een bijlage.
1.1 In de periode september 2000 tot februari 2002 verricht Conbit in opdracht en voor rekening van Leisure werkzaamheden ten behoeve van het project Aqua Parc Tropicana Moscow in Moskou. Voor deze werkzaamheden zendt Conbit Leisure diverse facturen. Conbit brengt Leisure in de periode 19 september 2000 tot en met 11 februari 2002 totaal € 178.446,86 in rekening. Leisure voldoet de facturen. Twee van de facturen voldoet Leisure eerst nadat Conbit incassomaatregelen heeft opgestart.
1.2 Omstreeks 2002 gaan partijen opnieuw een overeenkomst aan, nu voor het project Aqua Parc Tropicana Prague in Praag. Partijen leggen hun afspraken neer in de overeenkomst d.d. 17 januari 2002. De werkzaamheden worden verricht op regiebasis tegen afgesproken uurtarieven. In de overeenkomst is de volgende bepaling opgenomen:
“Leisure Engineering BV vrijwaart Conbit Engineering BV voor aanspraken van derden voortvloeiende uit, of verband houdende met, de uitvoering van deze overeenkomst.”
1.3 In opdracht van Leisure levert Ingenieursbureau [betrokkene], de architect/hoofdconstructeur, architectonische en constructieve bestektekeningen aan Conbit. Op basis van deze bestektekeningen vervaardigt Conbit werkplaatstekeningen en detailtekeningen- en berekeningen voor onder meer de betonconstructie van het tropische zwemparadijs in Praag.
1.4 Voor de in rechtsoverweging 1.2 genoemde werkzaamheden zendt Conbit Leisure in de periode 5 december 2001 tot en met 23 augustus 2002 zeven facturen voor een bedrag totaal € 144.472, 42.
1.5 Korte tijd nadat de Tsjechische aannemer een aantal betonwanden heeft gestort in het project te Praag, blijkt dat er scheuren ontstaan in deze betonwanden. Leisure bericht Conbit in haar brief d.d. 20 juni 2002 dat de aannemer van het project in Moskou meent dat te weinig betonijzer in de wanden is verwerkt, waardoor scheurvorming in de betonwanden ontstaat.
1.6 Na een bezoek aan het werk in Praag op 26 en 27 juni 2002 stelt Conbit een voorlopig verslag op van het bezoek, gedateerd juli 2002. De conclusie van dit rapport luidt als volgt:
“Indien geen extra zorg wordt besteed aan het verhardingsproces of indien geen inzicht bestaat in het uitvoeringsproces KAN de wand in langsrichting gewapend worden met VOLDOENDE wapeningsstaal
om de scheurvorming gelijkmatig over de gehele wandlengte te verdelen. Dit is altijd een overweging die van te voren moet worden gemaakt. Het staal wat nu in de wand is toegepast (2xO8-250 =
400mm2/m2) is in ieder geval onvoldoende voor een dergelijke situatie. Dit verklaart waarschijnlijk de doorgaande scheuren vanaf bovenkant vloer tot en met bovenkant gestorte wand (3,28 m). Conbit is uitgegaan van een practische verdeelwapening.”
In het rapport heeft Conbit tevens een advies geformuleerd.
1.7 Op verzoek van Leisure bekijkt Ir. [betrokkene] van Ingenieursbureau [betrokkene] BV de door Conbit vervaardigde tekeningen van de betonconstructies van het project te Praag. Naar aanleiding daarvan schrijft hij onder meer in zijn brief d.d. 22 september 2003 aan Leisure het volgende:
“Op de tekeningen van Conbit Engineering BV zijn in de lengterichting van de betonwanden hoeveelheden wapeningstaal aangegeven, waarbij duidelijk geen rekening is gehouden met het beperken van de scheurwijdte t.g.v. verhinderde verkorting, zoals hierboven uiteengezet.
Met name voor de waterdichte betonconstructies wordt daarmee niet voldaan aan de scheurwijdte eisen van de in Nederland geldende betonvoorschriften.”
1.8 In het definitieve verslag van Conbit van het bezoek aan het werk in Praag op 26 en 27 juni 2002 zijn onder het kopje ‘conclusie’ onder meer de volgende passages te lezen:
“Omdat het in Nederland de gewoonte is bij de uitvoering van betonwerken goed aandacht te schenken aan een goede nabehandeling en het toepassen van geschikte hulpstoffen in het betonmengsel, is het volgens deze wijze mogelijk om economischer te wapenen. Conbit heeft in haar constructieberekeningen dit gegeven als uitgangspunt gehanteerd.
Omdat uit de gesprekken met de constructeurs is gebleken dat de scheurwijdte eisen volgens de Tsjechische voorschriften afwijken van de Nederlandse, zouden wij graag vernemen welke deze eisen dan zijn. Indien geen extra zorg wordt besteed aan het eerder besproken verhardingsproces kan de wand in langsrichting gewapend worden met wapeningsstaal om deze scheurvorming gelijkmatig over de gehele wandlengte te verdelen. Dit is altijd een overweging die van te voren moet worden gemaakt. Het staal wat nu in de wand toegepast is (2xO8-250 = 400mm2/m2) is in ieder geval onvoldoende voor een situatie waarin geen zorg wordt besteed aan de uitvoeringswijze zoals de nabehandeling van het betonwerk. Dit verklaart de doorgaande scheuren vanaf bovenkant vloer tot en met bovenkant gestorte wand (3,28 m).
Indien de informatie m.b.t. de geldende scheurwijdte eisen in ons bezit is kan Conbit voor de verschillende wanddiktes en
betonkwaliteiten aangeven wat deze wapening moet zijn uitgaande van de uitvoeringswijze zonder nabehandeling die nu gehanteerd wordt cq geconstateerd is voor het vervaardigen van het betonwerk.”
1.9 De opdrachtgever van Leisure besluit de wapeningstekeningen in eigen beheer aan te passen en voert de in haar ogen noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit.
1.10 Bij haar brief d.d. 13 augustus 2002 zendt Conbit Leisure een overzicht van de door Conbit verrichte werkzaamheden betreffende het project te Praag. Conbit erkent in de brief dat sprake is van overschrijding van de geraamde kosten en stelt dat de volgende bijgekomen werkzaamheden daarvan de oorzaak zijn:
- het aanbrengen van de dilatatievoegen tussen de bouwdelen;
- het aanpassen van constructie i.v.m. de gewijzigde “Surf Vloer;
- het aanpassen van de reeds voltooide tekeningen van het entree a.d.h. van het nieuwe dak;
- het wijzigen van het niveau van het gebouw (wijzigingen van hellingsbanen / garden / entree);
- het wijzigen van de belastingen op de begane grondvloer van het entree.
1.11 Leisure stelt Conbit in haar brief d.d. 6 mei 2003 aansprakelijk voor de door haar geleden schade in de projecten te Praag en Moskou. Leisure laat weten dat haar opdrachtgever in Praag een bedrag van USD 138.000,- (ongeveer € 154.500,-) als schade claimt. Bij de brief d.d. 6 mei 2003 voegt Leisure haar factuur voor geleden schade ten bedrage van € 183.855,- (€ 154.500,- vermeerderd met BTW). Conbit voldoet de factuur niet.
1.12 Leisure laat drie van de zeven in rechtsoverweging 1.4 genoemde facturen, ondanks diverse sommaties (onder meer op 17 april en 5 mei 2003), onbetaald. Het gaat om de volgende facturen:
- factuur d.d. 2 mei 2002 (2002 - 228) ad € 25.417,03;
- factuur d.d. 23 augustus 2002 ( 2002 - 451) ad € 15.270,68;
- factuur d.d. 23 augustus 2002 (2002 - 452) ad € 10.335,15.
1.13 Tot op heden is geen melding gemaakt van scheuren in de wanden en/of andere problemen bij het project in Moskou.
2.1 Conbit vordert in conventie betaling van de onder 1.12 bedoelde facturen met rente en kosten.
2.2 In reconventie vordert Leisure dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
- voor recht zal verklaren dat Conbit jegens Leisure toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst met betrekking tot de door haar uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van het project te Moskou;
- Conbit zal veroordelen in verband met het project te Moskou aan Leisure schadevergoeding te betalen op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de conclusie van eis in reconventie tot aan de dag der algehele voldoening;
- voor recht zal verklaren dat Conbit jegens Leisure toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst d.d. 17 januari 2002 met betrekking tot de door haar uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van het project te Praag;
- Conbit zal veroordelen in verband met het project te Praag aan Leisure ten titel van schadevergoeding een bedrag van USD 138.000,- te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 mei 2003 (subsidiair de dag van de conclusie van eis in reconventie) tot aan de dag der algehele voldoening;
- de overeenkomst d.d. 17 januari 2002 met betrekking tot het project te Praag gedeeltelijk te ontbinden, en voorts zal bepalen dat Leisure bevrijd zal zijn van haar (mogelijke) verplichting tot betaling van de onbetaalde facturen tot een bedrag van € 51.022.86;
- met veroordeling van Conbit in de kosten van deze procedure.
Leisure heeft daartoe aangevoerd dat Conbit onjuiste berekeningen heeft gemaakt van de wapeningen en dat is gebleken dat Conbit daarbij is afgeweken van de toepasselijk Nederlandse normen. Leisure stelt dat als gevolg hiervan scheuren in de betonnen wanden zijn ontstaan en dat de opdrachtgever van Leisure Leisure aansprakelijk heeft gesteld voor het extra werk en herstel van deze fouten. Leisure stelt dat Leisure deze schade aan haar opdrachtgever moet vergoeden.
2.3 Conbit en Leisure hebben de vorderingen over en weer weersproken. Daarop zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
in conventie en reconventie
3.1 Nu de vorderingen in reconventie voortvloeien uit het verweer in conventie en de geschilpunten tussen partijen in conventie en reconventie gelijk zijn, zal de rechtbank de conventie en reconventie gezamenlijk behandelen.
3.2 Bij de beoordeling van het geschil tussen partijen staat centraal dat Leisure de uitgebreid gedocumenteerde - nadere - stellingen van Conbit nagenoeg onweersproken heeft gelaten. Leisure is niet op de comparitie van partijen verschenen, terwijl Leisure wist dat de comparitie op die dag was gepland en wist dat de comparitie ondanks het niet verschijnen van de advocaat van Leisure, doorgang zou vinden. De rechtbank acht in dit verband van belang dat de conclusie van antwoord in reconventie alsmede de hiervoor genoemde drie ordners met stukken - als gevolg van het verzetten van de comparitie - geruime tijd voorafgaande aan de comparitie aan Leisure zijn toegezonden. Leisure was derhalve tijdig op de hoogte van de omvang en inhoud van de nadere stellingen van Conbit. Voorgaande brengt mee dat de rechtbank uitgaat van de juistheid van de niet en onvoldoende weersproken stellingen van Conbit.
3.3 Vast staat dat Conbit werkzaamheden voor Leisure heeft verricht, zodat Leisure deze werkzaamheden in beginsel dient te betalen.
Leisure heeft de verschuldigdheid van de factuur d.d. 2 mei 2002 en van de facturen d.d. 23 augustus 2002 echter betwist. Haar verweer valt in aantal onderdelen uiteen. Hierna zal de rechtbank de verschillende onderdelen van het verweer van Leisure bespreken.
identieke projecten?
3.4 Allereerst heeft Leisure aangevoerd dat zij de in rechtsoverweging 1.12 genoemde facturen onbetaald heeft gelaten omdat Conbit te veel in rekening heeft gebracht. Leisure stelt dat het project in Praag vrijwel identiek was aan het project in Moskou, zodat Conbit slechts haar tekeningen en berekeningen van het project in Moskou behoefde aan te passen. Leisure wijst naar de overeenkomst d.d. 17 januari 2002 waarin staat dat de totaalprijs van de door Conbit te verrichten werkzaamheden worden geraamd op € 40.000 tot € 50.000,-.
Leisure heeft daarnaast aangevoerd dat zij nooit opdracht heeft gegeven tot meerwerk of wijzigingen. Ook heeft zij gesteld dat Conbit inefficiënt heeft gewerkt door met elf personen aan dit project te werken.
3.5 Conbit heeft dit verweer weersproken. Conbit heeft uitvoerig gemotiveerd en gedocumenteerd gesteld dat weliswaar ten tijde van het sluiten van de overeenkomst d.d. 17 januari 2002 de door Conbit te verrichten werkzaamheden voor het project te Praag identiek leken te zijn aan de door Conbit ten behoeve van het project in Moskou te verrichten werkzaamheden, maar dat dit in de praktijk niet zo bleek te zijn. Conbit heeft gesteld dat het project te Praag in de loop van 2002 volledig moest worden aangepast, waardoor heel veel extra werk moest worden verricht. Voorts heeft Conbit gewezen op een drietal omstandigheden die er mede toe hebben bijgedragen dat de uiteindelijke prijs van de door Conbit verrichte werkzaamheden veel hoger was dan de geraamde prijs. Conbit noemt de volgende omstandigheden:
- Pas in 2002 werd bekend dat de grondeigenschappen in Praag totaal anders waren dan in Moskou;
- Pas in januari 2002 werd bekend dat de gebouwconstructie anders gedilateerd moest worden, waardoor alle constructieonderdelen van de fundering, de wanden ter plaatse van de dilataties en de beganegrondvloer veranderden. Op dat moment waren de fundering en de delen van de kelderwanden al getekend;
- Conbit heeft werktekeningen moeten maken aan de hand van per fax verstrekte handmatige schetsen. De architect/ hoofdconstructeur had namelijk de architectonische en constructieve bestektekeningen voor diverse onderdelen van het gebouw niet op tijd klaar.
Conbit heeft benadrukt dat Leisure van alles op de hoogte was, omdat zij Leisure wekelijks op de hoogte heeft gehouden van bestede uren en van de planning van nog uit te voeren werkzaamheden. Voorts heeft Conbit gesteld dat Leisure steeds veel druk op Conbit heeft uitgeoefend met betrekking tot de planning en dat Conbit om die reden een projectteam heeft geformeerd bestaande uit 6 tekenaars, 3 constructeurs en een projectleider. Conbit betwist dat inefficiënt is gewerkt.
3.6 Leisure heeft op de - nadere - stellingen van Conbit niet meer gereageerd. Onder verwijzing naar hetgeen de rechtbank hiervoor heeft overwogen in rechtsoverweging 3.2 gaat de rechtbank uit van de juistheid van de stellingen van Conbit dat geen sprake was van identieke projecten, dat Conbit niet te veel in rekening heeft gebracht en dat het werk efficiënt is uitgevoerd. Het verweer van Leisure wordt verworpen.
onduidelijke urenspecificatie?
3.7 Voorts heeft Leisure aangevoerd dat de verstrekte urenspecificatie niet duidelijk is en niet op juistheid is te controleren omdat de specificatie niet is te koppelen aan de daadwerkelijk door Conbit uitgevoerde werkzaamheden.
3.8 De rechtbank passeert dit verweer van Leisure. Conbit heeft immers gemotiveerd gesteld dat Leisure ten alle tijde uit de door Conbit geleverde planning en tekeningenlijsten het verband kon leggen tussen de geleverde urenlijsten en de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden. De rechtbank gaat - onder verwijzing naar rechtsoverweging 3.2 - uit van deze onweersproken stelling van Conbit.
toerekenbare tekortkoming?
3.9 De derde grond voor de betwisting van de facturen van Conbit is de stelling van Leisure dat Conbit toerekenbaar is tekortgeschoten aangezien zij onjuiste berekeningen heeft gemaakt van de wapeningen,
waarmee zij is afgeweken van de toepasselijk Nederlandse normen en waardoor scheuren in de betonnen wanden zijn ontstaan, waarvoor de opdrachtgever Leisure aansprakelijk heeft gesteld. Leisure heeft in dat verband verwezen naar het - in rechtsoverwegingen 1.6 en 1.8 genoemde - voorlopige en definitieve rapport van Conbit alsmede naar - de in rechtsoverweging 1.7 genoemde - brief van Ir. [betrokkene] aan Leisure.
3.10 Conbit heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van een tekortkoming en van afwijking van Nederlandse normen, zodat zij niet aansprakelijk is voor welke schade dan ook. Voor wat betreft de onderbouwing van haar verweer heeft Conbit onder meer herhaald hetgeen is opgenomen in de conclusies van haar voorlopige en definitieve rapport, die hiervoor zijn geciteerd in rechtsoverwegingen 1.6 en 1.8. Conbit heeft tevens aangevoerd dat Leisure haar aanbod, zonodig, de wapeningstekeningen te willen aanpassen aan de Tsjechische normen, heeft geweigerd. Conbit heeft benadrukt dat Leisure haar alleen al op grond van de toepasselijke RVOI voorwaarden in de gelegenheid had moeten stellen eventuele fouten te herstellen. Ter comparitie heeft Conbit verklaard dat als was gebleken dat de door
Conbit gemaakte berekeningen niet juist waren, het probleem met een investering van zo’n vijf tot tienduizend euro had kunnen worden opgelost, omdat pas een stuk of vijf wanden stonden toen de scheuren werden waargenomen. Conbit heeft nog aangevoerd dat ondanks voornoemde weigering Conbit is blijven proberen ondersteuning te bieden, zoals blijkt uit de correspondentie na 11 juli 2002.
Subsidiair heeft Conbit aangevoerd dat Leisure haar heeft gevrijwaard voor aanspraken van derden, zoals blijkt uit de overeenkomst d.d. 17 januari 2002. Ter comparitie heeft Conbit verklaard dat deze bepaling op haar uitdrukkelijk verzoek is opgenomen, omdat zij wat huiverig was te werken aan projecten in Moskou en Praag. Conbit heeft voorts betwist dat Leisure schade heeft geleden. Meer subsidiair heeft Conbit de omvang van de gestelde schade betwist. Conbit heeft gesteld dat meermalen om een specificatie en onderbouwing van de schade is verzocht, maar dat Leisure niet aan dit verzoek heeft voldaan.
3.11 Nu Leisure de nadere stellingen van Conbit onweersproken heeft gelaten, gaat de rechtbank gaat uit van de juistheid van deze stellingen, onder meer inhoudende dat Conbit niet is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst.
3.12 Voorgaande brengt mee dat de vordering in conventie tot betaling van de openstaande facturen wordt toegewezen en dat de vorderingen in reconventie worden afgewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
3.13 Conbit heeft een bedrag aan buitengerechtelijke (incasso)kosten gevorderd. De rechtbank hanteert het uitgangspunt dat het moet gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (of eventueel
herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze
samenstellen van het dossier. Conbit heeft daarover niets gesteld. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat vóór de aanvang van het geding geen andere of meer kosten zijn gemaakt dan die welke ter voorbereiding van een geding in het algemeen redelijk en noodzakelijk zijn. Die kosten moeten worden aangemerkt als betrekking hebbende op verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 e.v. Rv. bedoelde
kosten een vergoeding plegen in te sluiten. De vordering ter zake van buitengerechtelijke kosten zal om die reden worden afgewezen.
wettelijke rente
3.14 Conbit maakt aanspraak op de wettelijke rente over de onbetaald gelaten facturen vanaf 20 juni 2002. Blijkens de dagvaarding wordt de wettelijke rente vanaf 20 juni 2002 tot 2003 becijferd op € 3.228,83, uitgaande van een verschuldigdheid van de wettelijke rente na 30 dagen na factuurdatum. Nu Leisure dit deel van de vordering inhoudelijk niet heeft betwist, zal de rechtbank de wettelijke rente toewijzen zoals verzocht.
verder in conventie en reconventie
proceskosten
3.15 Leisure zal als de in het ongelijk gestelde partij in conventie en in reconventie worden verwezen in de proceskosten. De rechtbank gaat bij de berekening van het procureursalaris in conventie uit van twee punten op basis van tarief IV van het Liquidatietarief en bij de berekening van het procureursalaris in reconventie van een halve punt op basis van tarief V van het Liquidatietarief.
De rechtbank, rechtdoende:
veroordeelt Leisure tot betaling aan Conbit van een bedrag ad
€ 56.251,69, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2003 tot aan de dag der algehele voldoening,
veroordeelt Leisure in de kosten van de procedure in conventie tot aan dit vonnis aan de zijde van Conbit begroot op € 1.542,- voor salaris procureur en € 1.138,- voor verschotten;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde;
veroordeelt Leisure in de kosten van de procedure in reconventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Conbit begroot op € 612,50 voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.C.J. van Bavel en uitgesproken in het openbaar op 22 september 2004