ECLI:NL:RBARN:2007:BA4766
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.F. Bijloo
- B.N. Crol
- E.C.G. Okhuizen
- Rechtspraak.nl
Bouwvergunning en vrijstelling voor vuurwerkopslagplaats in gemeente Buren
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 18 april 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een bouwvergunning en vrijstelling voor de opslag van consumentenvuurwerk in de gemeente Buren. Het college van burgemeester en wethouders had op 11 oktober 2005 een besluit genomen waarin de bezwaren tegen de verleende vergunningen ongegrond werden verklaard. Tegen dit besluit is door de eisers beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 22 februari 2007, waarbij de eisers, vertegenwoordigd door mr. J.H. Hartman, en de verweerder, vertegenwoordigd door P.H. Spee, aanwezig waren.
De rechtbank overwoog dat het bestemmingsplan de opslag van vuurwerk tot 1000 kg toestaat, maar dat de aanvraag voor een opslagplaats met een capaciteit van 9999 kg als een verzoek om vrijstelling moest worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de stellingen van de eisers tegen het bestreden besluit niet opgingen en verklaarde het beroep ongegrond. De rechtbank vond geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen.
De rechtbank concludeerde dat de vrijstellingsbevoegdheid correct was toegepast en dat de eisers, hoewel niet in de directe nabijheid van het perceel wonend, als belanghebbenden moesten worden aangemerkt. De rechtbank ging in op de argumenten van de eisers dat de vrijstelling onvoldoende objectief was begrensd en dat de procedure niet correct was doorlopen. De rechtbank oordeelde dat de vrijstelling in overeenstemming was met de geldende wet- en regelgeving en dat de belangenafweging door de verweerder adequaat was uitgevoerd. De rechtbank bevestigde dat de bouwvergunningen aan de Bouwverordening en het Bouwbesluit waren getoetst en dat het Beeldkwaliteitsplan voldoende in acht was genomen.