ECLI:NL:RBARN:2007:BB8495
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Gorp
- C. Lely-van Goch
- J.J.H. van Laethem
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank tot tussentijdse beoordeling van ISD-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 9 november 2007 uitspraak gedaan in een procedure waarin de rechtbank zich onbevoegd verklaarde tot een tussentijdse beoordeling van een opgelegde ISD-maatregel. De zaak was aanhangig gemaakt door de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen een thans gedetineerde persoon, die zich in PI Noord, locatie de Grittenborgh te Hoogeveen bevond. De verdediging werd gevoerd door mr. J. Zandberg, advocaat te Zevenaar. De rechtbank diende een beslissing te nemen naar aanleiding van een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 5 februari 2007 een tussentijdse beoordeling had gelast van de ISD-maatregel die aan de veroordeelde was opgelegd voor de duur van twee jaren. Tijdens de zitting op 9 november 2007 waren zowel de veroordeelde als zijn raadsman aanwezig. De rechtbank heeft kennisgenomen van een eerdere beschikking van het Gerechtshof te Arnhem van 24 september 2007, waarin werd gesteld dat de rechter die de maatregel heeft opgelegd, de rechter is die in artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht wordt bedoeld. Aangezien de ISD-maatregel in dit geval was opgelegd door het Gerechtshof te Arnhem, concludeerde de rechtbank dat zij zich onbevoegd achtte om de tussentijdse beoordeling uit te voeren. De rechtbank heeft vervolgens besloten zich onbevoegd te verklaren tot de tussentijdse beoordeling van de ISD-maatregel.