ECLI:NL:GHARN:2007:BB4549
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- M. Vegter
- A. Stikkelbroeck
- J. Bartelds
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen tussentijdse toetsing van maatregel tot plaatsing in inrichting voor stelselmatige daders
In deze zaak staat de vraag centraal of er beroep openstaat tegen een tussentijdse toetsing van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders door het gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een hoger beroep dat is ingesteld tegen een beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 28 juni 2007, waarin werd besloten de maatregel tot plaatsing voort te zetten. De relevante wetgeving, waaronder artikel 38s van het Wetboek van Strafrecht en artikel 509ff van het Wetboek van Strafvordering, wordt uitvoerig besproken. Het hof concludeert dat er geen beroep openstaat bij de bijzondere kamer van het gerechtshof te Arnhem tegen een beslissing van een gerechtshof, in dit geval het gerechtshof te Amsterdam. Het hof stelt vast dat de wetgever verantwoordelijk is voor het openstellen van hoger beroep en dat dit buiten de rechtsvormende taak van de rechter valt. De beslissing van het hof is dat de betrokkene niet-ontvankelijk wordt verklaard in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de kamer van het hof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 1 oktober 2007.