ECLI:NL:RBARN:2008:BG7514

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
17 november 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
554831 - CV EXPL 08-5341
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van onredelijk bezwarende bepalingen in abonnementsvoorwaarden van Canal Digitaal

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Arnhem op 17 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Canal Digitaal B.V. en een abonnee. De kern van de zaak betreft de algemene voorwaarden van Canal Digitaal, waarin is opgenomen dat bij wijziging van het zenderpakket een nieuwe abonnementsperiode van twaalf maanden ingaat. De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of deze bepaling onredelijk bezwarend is, wat betekent dat de bepaling niet bindend kan zijn voor de abonnee als deze als onredelijk wordt aangemerkt. Canal Digitaal heeft de abonnee op 14 december 2005 afgesloten van het signaal en op 19 januari 2006 de overeenkomst ontbonden, waarna de abonnee de vordering van Canal Digitaal heeft betwist.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de algemene voorwaarden bepalen dat bij een upgrade van het abonnement een nieuwe abonnementsperiode van 12 maanden begint. Dit roept de vraag op of de abonnee recht had op een rechtsgeldige opzegging van het abonnement, aangezien Canal Digitaal heeft gesteld dat de opzegging niet is geaccepteerd. De rechter heeft Canal Digitaal in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verweer van de abonnee en heeft aangegeven dat alle omstandigheden in de beoordeling zullen worden meegewogen, inclusief eerdere communicatie van Canal Digitaal over de beëindiging van het abonnement.

De kantonrechter heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling en heeft iedere verdere beslissing aangehouden. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van contractuele bepalingen in consumentenovereenkomsten, vooral in het licht van de bescherming van consumenten tegen onredelijke voorwaarden.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Arnhem
zaakgegevens 554831 \ CV EXPL 08-5341 \ 353 mvb
uitspraak van 17 november 2008
Vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap Canal Digitaal B.V.
gevestigd te Hilversum
eisende partij in conventie
gedaagde partij in reconventie
gemachtigde M.G. de Jong
tegen
[Abonnee]
wonende te Duiven
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
procederend in persoon
Partijen worden hierna Canal Digitaal en [abonnee] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- de dagvaarding van 25 juni 2008
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek met producties.
2. De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
2.1 Op 1 augustus 2002 zijn partijen een overeenkomst voor bepaalde tijd aangegaan voor de levering en ontvangst van de door of vanwege Canal Digitaal uitgezonden en per satelliet verspreide betaaltelevisieprogramma’s en programmapakketten.
Op de overeenkomst zijn de Algemene voorwaarden Canal+ Nederland en Canaldigitaal voor de doorgifte en ontvangst van digitale televisie van toepassing.
2.2 Vanaf oktober 2005 zijn de abonnementstermijnen niet meer voldaan.
2.3. Op of omstreeks 14 december 2005 heeft Canal Digitaal [abonnee] afgesloten van het door Canal Digitaal verstrekte signaal.
2.4. Op of omstreeks 19 januari 2006 heeft Canal Digitaal de overeenkomst met [abonnee] ontbonden.
3. De vordering en het verweer
in conventie
3.1 Canal Digitaal vordert dat [abonnee] wordt veroordeeld om aan haar te betalen een bedrag van € 190,45 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 136,75 vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van [abonnee] in de kosten van deze procedure.
3.2 Canal Digitaal stelt dat sprake is van winstderving en als compensatie vordert zij de abonnementsgelden tot het einde van de volgens Canal Digitaal geldende duur van de overeenkomst, te weten tot 31 mei 2006. Canal Digitaal stelt tevens dat ondanks verscheidene aanmaningen en sommaties, de achterstallige abonnementsgelden ter hoogte van € 136,75 onbetaald zijn gebleven waardoor zij zich genoodzaakt zag [abonnee] in rechte te betrekken.
3.3 [abonnee] heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op dit verweer zal, voor zover in deze procedure relevant, in het navolgende worden ingegaan.
in reconventie
3.4 [abonnee] stelt dat hij als zelfstandige een halve dag vrij heeft moeten nemen om verweer te voeren en in verband daarmee stelt hij een tegenvordering in van € 400,00.
3.5 Canal Digitaal heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op dit verweer zal, voor zover in deze procedure relevant, hierna nog worden ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
4.1 [abonnee] voert aan dat hij het abonnement op Canal+ en Canal Digitaal op 14 september 2005 heeft opgezegd en verwijst naar brieven van Canal Digitaal d.d. 14 september 2005 en 16 oktober 2006. [abonnee] stelt dat uit deze brieven blijkt dat Canal Digitaal zijn opzeggingsbrief ook heeft ontvangen.
4.2 Uit de algemene voorwaarden blijkt dat als tijdens een lopende abonnementsperiode een nieuw abonnement voor een ander programma(-pakket) wordt afgesloten (een upgrade), een nieuwe abonnementsperiode van 12 maanden voor alle onderdelen van het pakket aanvangt en dat opzegging alleen mogelijk is tegen het einde van een lopende abonnementsperiode met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal een kalendermaand.
4.3 Uit de brieven van Canal Digitaal van 14 september 2005 en 16 oktober 2006 blijkt weliswaar dat de opzeggingsbrief van [abonnee] is ontvangen maar uit niets blijkt dat de opzegging is geaccepteerd. Integendeel. In de brieven wordt aangegeven dat alleen aan het verzoek van [abonnee] tot tussentijdse beëindiging kan worden voldaan als [abonnee] bepaalde
bewijsstukken toestuurt. Vast staat dat [abonnee] de door Canal Digitaal verzochte bewijsstukken niet heeft toegestuurd. Op de vraag of sprake is van een rechtsgeldige opzegging en op de vraag of [abonnee] gerechtigd was de betaling van de abonnementsgelden – al dan niet – vanaf oktober 2005 achterwege te laten, kan thans nog niet worden beslist. Het volgende is daarbij van belang.
4.4 Canal Digitaal stelt schade te hebben geleden bestaande uit de gederfde abonnementsgelden over de overeengekomen contractsduur. Zij voert aan dat sprake is geweest van een wijziging van het zenderpakket op 20 mei 2005 (toevoeging van het erotiekpakket aan het lopende abonnement van [abonnee]) en dat dit meebrengt dat de overeenkomst – op basis van de algemene voorwaarden (artikel 2) – op 1 juni 2005 een nieuwe initiële abonnementsperiode van 12 maanden is aangegaan voor alle onderdelen van het pakket, zodat de overeenkomst in elk geval liep tot 31 mei 2006. [abonnee] heeft dit betwist en stelt dat laatstelijk in december 2004 een wijziging van het pakket heeft plaatsgevonden.
4.5 Voor de beoordeling van de vordering van Canal Digitaal is derhalve van belang wanneer laatstelijk sprake is geweest van een wijziging van het zenderpakket. De kantonrechter zal Canal Digitaal in de gelegenheid stellen op het verweer van [abonnee] te reageren en zal de zaak daartoe naar de rol verwijzen.
4.6 De kantonrechter overweegt reeds nu dat naar haar oordeel de bepaling ‘dat in geval van wijziging van het zenderpakket een nieuwe initiële abonnementsperiode van 12 maanden wordt aangegaan voor alle onderdelen van het pakket ’getoetst dient te worden aan artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek. Indien de kantonrechter tot het oordeel komt dat sprake is van een onredelijk bezwarend beding dan bindt deze bepaling [abonnee] niet op grond van de EG-richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (Publikatieblad EG L95/29).Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EG dient de nationale rechter, in dit geval de kantonrechter, ambtshalve – dus zonder dat een partij zich op deze bepaling beroept – te beoordelen of een contractueel beding oneerlijk is. Indien de kantonrechter tot het oordeel komt dat voorbedoelde bepaling oneerlijk dus onredelijk bezwarend is dan zal de vordering van Canal Digitaal – al dan niet deels – worden afgewezen.
4.7 Alvorens te beslissen zal de kantonrechter Canal Digitaal in de gelegenheid stellen op dit aspect te reageren. Canal Digitaal kan dan tevens aangeven welk bedrag [abonnee] maandelijks aan abonnementsgelden verschuldigd was. [abonnee] kan hierop desgewenst reageren. De kantonrechter zal daarna beoordelen of het nodig is een comparitie van partijen te gelasten.
4.8 De kantonrechter geeft nu alvast aan dat bij de beoordeling van de in 4.6 bedoelde vraag alle omstandigheden zullen worden meegewogen dus ook de omstandigheid dat in de brieven van Canal Digitaal van 14 september 2005 en 16 oktober 2006, volgens Canal Digitaal abusievelijk, is opgenomen dat het abonnement per 31 december 2005 zal worden beëindigd.
4.9 De kantonrechter geeft partijen tevens in overweging gelet op al het voorgaande en het geringe financiële belang – al dan niet opnieuw – te pogen de zaak in der minne op te lossen.
in conventie en reconventie
4.8 De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan. Dit geldt tevens voor de door [abonnee] ingestelde tegenvordering van € 400,00 ten titel van schadevergoeding.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1 verwijst de zaak naar de rolzitting van maandag 8 december 2008 10.30 uur om Canal Digitaal in de gelegenheid te stellen te reageren op hetgeen is overwogen in 4.5 en 4.7,
5.2 houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.P.C.J. van Bavel en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2008.