ECLI:NL:RBARN:2009:BJ9800
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- M.L.J.C. van Emden-Geenen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk vonnis en opheffing van beslagen
In deze zaak hebben eisers geen rechtsmiddelen aangewend tegen het vonnis van 5 november 2008, waardoor dit vonnis onherroepelijk is geworden. Gedaagde heeft de bevoegdheid om dit vonnis ten uitvoer te leggen, maar deze bevoegdheid kan misbruikt worden. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat schorsing van executie bij onherroepelijke uitspraken slechts in uitzonderlijke gevallen kan plaatsvinden. In deze zaak is er geen sprake van een dergelijke uitzondering. Eisers hebben in 2005 een perceel grond gekocht van gedaagde en hebben een houten chalet op het perceel laten plaatsen. Gedaagde heeft hen hiervoor twee rekeningen gestuurd, die onbetaald zijn gebleven. Bij vonnis van 5 november 2008 zijn eisers veroordeeld tot betaling van het openstaande bedrag. Gedaagde heeft vervolgens executoriaal beslag gelegd op het perceel van eisers. In deze procedure vorderen eisers schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis en opheffing van de beslagen, stellende dat gedaagde misbruik maakt van haar bevoegdheid. De voorzieningenrechter oordeelt dat het spoedeisend belang van eisers voldoende is aangetoond, maar dat er geen sprake is van misbruik van bevoegdheid. De vorderingen van eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.