ECLI:NL:RBARN:2009:BK4905
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van parkeervergunning in overgangssituatie en procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 21 oktober 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een parkeervergunning aan eiser, die in het kader van een overgangssituatie was verleend. Eiser had eerder een aanvraag ingediend voor een parkeervergunning, die was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede. Na bezwaar van eiser heeft de Commissie voor de Bezwaarschriften geadviseerd om eiser tijdelijk een parkeervergunning te verlenen tot en met 31 december 2009, zodat hij de tijd had om naar een alternatieve oplossing te zoeken. Eiser was het echter niet eens met de tijdelijke aard van de vergunning en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft tijdens de zitting op 31 augustus 2009 vastgesteld dat eiser niet aanwezig was, maar dat verweerder zich had laten vertegenwoordigen door H.C. Campen en G. Roelofsen. De rechtbank heeft vervolgens overwogen dat eiser geen procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep, omdat de verleende vergunning slechts voor een beperkte periode gold en er geen kans was dat de rechtbank een ander besluit zou kunnen nemen dat eiser zou helpen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar de geldende regelgeving, die bepaalt dat parkeervergunningen maximaal voor een jaar worden verleend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen reëel belang was bij de beoordeling van het beroep. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiser geen schade had geleden als gevolg van het bestreden besluit en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.