ECLI:NL:RBARN:2010:BL8546
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot schadevergoeding wegens tekortkoming in de nakoming van een koopovereenkomst met betrekking tot een paard
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 17 maart 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen over de koop van een paard. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.A.M. Knüppe, vorderde schadevergoeding op basis van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst, dan wel op grond van dwaling. De gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.M. Wilmink, betwistte de vordering en stelde dat het paard ten tijde van de koop niet weefde, wat door de eiseres werd betwist. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is geleverd dat het paard, genaamd [naam paard], ten tijde van de koopovereenkomst in december 2006 al behept was met het stalgebrek weven. De rechtbank heeft daarbij getuigenverklaringen gewogen, waarbij de verklaringen van de getuigen niet eenduidig waren en elkaar tegenspraken. De rechtbank oordeelde dat de eiseres, die de bewijslast droeg, niet is geslaagd in het bewijs van haar stelling. Hierdoor werd de vordering van de eiseres afgewezen. In reconventie werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van kosten die verband hielden met de stalling en verzorging van het paard, omdat de partijen mede-eigenaar bleven van het paard. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.