ECLI:NL:RBARN:2010:BO2133
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verschoningsrecht van de notaris in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem, staat het verschoningsrecht van een notaris centraal. De procedure betreft een geschil tussen twee besloten vennootschappen, [eiser] Beheer B.V. en J&S Holding B.V., waarbij de notaris, mr. F.C.M. [notaris], een beroep doet op zijn verschoningsrecht tijdens getuigenverhoren. De rechtbank heeft eerder in een vonnis van 26 mei 2010 bepaald dat [eiser] Beheer B.V. bewijs moet leveren van de verkoop van aandelen aan SVL Holding en dat J&S Holding zich heeft verbonden tot betaling van de koopsom. Tijdens de getuigenverhoren op 3 september 2010 heeft de notaris zich beroepen op zijn verschoningsrecht met betrekking tot drie specifieke vragen over een overeenkomst van 6 november 2008.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord. De advocaat van [eiser] Beheer B.V. betoogde dat het beroep op het verschoningsrecht niet opgaat, verwijzend naar eerdere rechtspraak van de Hoge Raad. De advocaat van J&S Holding stelde dat het aan de notaris is om te bepalen of informatie onder zijn geheimhoudingsplicht valt. De rechtbank oordeelt dat de vragen die aan de notaris zijn gesteld, niet beantwoord hoeven te worden, omdat er redelijke twijfel bestaat of de beantwoording zonder schending van de geheimhoudingsplicht kan plaatsvinden. De rechtbank benadrukt dat alles wat aan een notaris is toevertrouwd, als vertrouwelijk moet worden beschouwd, en dat het aan de notaris zelf is om te bepalen wat als vertrouwelijk moet worden aangemerkt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de notaris op zijn verschoningsrecht toegewezen en de zaak verwezen naar de rol voor opgave van verhinderdata en getuigen aan de zijde van beide partijen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.C.P. Giesen op 29 september 2010.