ECLI:NL:RBARN:2012:BW2706
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.C. Quak
- G.J.M. van Wijk
- H.G. Eskes
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan bewijs van dwang en bedreiging met geweld
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde dwang. De zaak is ontstaan na een verwijzing door de politierechter op 15 augustus 2011 en is op 3 april 2012 ter terechtzitting onderzocht. De verdachte is niet verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. S.F.W. van 't Hullenaar. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen.
De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor de druk die op het slachtoffer was uitgeoefend, maar de rechtbank was van mening dat het dossier niet voldoende wettige bewijsmiddelen bevatte om de beschuldigingen van het tonen of gebruiken van een vuurwapen te onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer tegenstrijdig en ongeloofwaardig waren, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.
Uiteindelijk sprak de rechtbank de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit, waarbij zij de tegenstrijdigheden in de verklaringen van het slachtoffer in aanmerking nam. De uitspraak vond plaats op 17 april 2012, waarbij de rechtbank de beslissing ter openbare terechtzitting bekendmaakte. De zaak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het beoordelen van de geloofwaardigheid van getuigen.