ECLI:NL:RBASS:2006:AY8264
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M.H. Pauw
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en finale kwijting in het kader van artikel 7:685 BW
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 6 september 2006 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure tussen [eiser] en Pals Apeldoorn B.V. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. C. Nekeman, stelde dat er geen finale kwijting was overeengekomen met de gedaagde partij, Pals, met betrekking tot aanspraken die voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst zouden zijn ontstaan. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet in zijn bewijslast was geslaagd. De gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. J.A. Venema, had tegenbewijs geleverd door middel van getuigenverklaringen en schriftelijke verklaringen van haar raadsman.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de meningsverschillen die aan de vorderingen ten grondslag lagen, ook onderwerp van bespreking zijn geweest tijdens de ontbindingsprocedure. Er was geen bewijs dat er geen algehele kwijting was verleend aan Pals tijdens de mondelinge behandeling van 10 maart 2004. De kantonrechter concludeerde dat de overeengekomen vergoeding van € 100.000,- niet in strijd was met de eerdere afspraken en dat de eisende partij niet had aangetoond dat er geen finale kwijting was overeengekomen.
Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter de eisende partij niet-ontvankelijk in zijn vorderingen en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van Pals op € 1600,- werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het kader van de ontbinding van arbeidsovereenkomsten en de gevolgen van finale kwijting.